In de week van 23 tot en met 27 september is de Week Tegen Pesten. De slogan is dit jaar ‘Denk FF na! Als het om geklets gaat’. Roddelen lijkt soms onschuldig, maar roddelen kan een grote impact hebben op kinderen en jongeren. Wat kun je als professional, bijvoorbeeld in het onderwijs, doen als kinderen en jongeren roddelen? Het Nederlands Jeugdinstituut zet het op een rijtje.
Wat is roddelen?
Roddelen betekent praten over iemand die er niet bij is. Wat over iemand gezegd wordt, kan negatief of positief zijn. Toch denken mensen bij roddelen vaker aan negatief over iemand praten.
Waarom roddelen mensen?
Waar mensen zijn, wordt geroddeld. Dus ook in de klas, op de sportclub, in de familie en in het buurthuis. Roddelen heeft namelijk een functie. Het is een manier om informatie over te brengen en emoties te delen. Door te roddelen kun je anderen beïnvloeden en je eigen positie in een groep versterken. Het leert je ook de ongeschreven regels in een groep.
Is roddelen slecht?
Ja en nee. Het ligt eraan waarom mensen roddelen. Roddelen kan positief bedoeld zijn, bijvoorbeeld als je je zorgen maakt om de ander: “Heb je het gezien? Lucas heeft weer geen lunch bij zich, zou het goed met hem gaan?”
Roddelen heeft ook positieve effecten. Het zorgt voor een sterkere band en meer vertrouwen tussen mensen. Deze voordelen gelden wel alleen voor de mensen die roddelen.
Voor anderen zijn de gevolgen vaak negatief. Voor de persoon waarover geroddeld wordt, en voor de sfeer in de groep. Bijvoorbeeld als er gemene dingen worden gezegd, iemand belachelijk wordt gemaakt of wordt uitgelachen. “Heb je haar outfit gezien? Ziet er echt niet uit!”
Roddelen lijkt soms onschuldig, maar het kan een grote impact hebben op het welzijn en de ontwikkeling van kinderen en jongeren.
Vijf tips voor professionals: wat kun je doen bij roddelen?
1. Spreek kinderen aan als je ziet dat er geroddeld wordt in de groep. Vraag waarom ze roddelen en wat het doet met hen en met de groep. Zo leren ze wat het effect van roddelen op de ander kan zijn, en dat dit verschilt per persoon.
2. Stel gedragsregels op met de groep over het praten over elkaar. Neem hier de online wereld in mee. Maak bijvoorbeeld ook de regels voor de appgroep.
3. Bespreek deze regels met de ouders en opvoeders, zodat ook zij dit kunnen bespreken met hun kind.
4. Leer kinderen hoe zij elkaar kunnen helpen als er geroddeld wordt. Als kinderen weten wat ze kunnen doen, maakt dit de drempel soms lager om te helpen. Bekijk samen deze video of haal inspiratie uit de lesbrief Iedereen kan helpen.
5. Reflecteer op je eigen handelen. Als professional heb je een voorbeeldfunctie. Het heeft invloed hoe jij praat over anderen in het bijzijn van kinderen. Een positieve sfeer in een groep begint dus bij jezelf.