Te grote klassen slecht voor onderwijskwaliteit

Ouders maken zich zorgen over de onderwijskwaliteit in grote klassen. Uit het onderzoek blijkt dat in klassen met 16 tot 20 leerlingen 63% van de ouders (zeer) tevreden is over de kwaliteit van het onderwijs. Bij grotere klassen daalt het aantal tevreden ouders flink. Wanneer een klas meer dan 30 kinderen heeft, is nog maar 45% van de ouders tevreden over de onderwijskwaliteit.

Ook veiligheid en plezier staat onder druk door te grote klassen

Grote klassen hebben invloed op de kwaliteit van het onderwijs, maar ook hebben kinderen minder plezier en voelen ze zich onveiliger op school. Bij klassen groter dan 30 kinderen ziet 47% van de ouders dat hun kind zich onveiliger voelt op school. Bij klassen tussen de 16 en 25 kinderen is dit 65% van de ouders. Ook zeggen ouders met kinderen in een grote klas minder vaak dat hun kind met plezier naar school gaat.

Wanneer vinden ouders een klas te groot?

Ouders vinden een klas met meer dan 25 kinderen te groot. Bij een klas van 21 tot 25 kinderen vindt slechts 23% van de ouders de klas van hun kind te groot. Bij een klas van 25 tot 30 kinderen een ruime meerderheid van 72%. Een klas van meer dan 30 kinderen vindt 94% van de ouders te groot.

Lerarentekort zorgt voor onrust bij ouders

Naast klassengrootte spelen ook het lerarentekort een rol in de zorgen van ouders. Er staan vaak stagiaires of onbevoegde leraren voor de klas, of lessen vallen helemaal uit. Ook de hoge werkdruk onder leraren baart ouders zorgen, omdat dit ten koste gaat van persoonlijke aandacht voor leerlingen.

In het voortgezet onderwijs zijn de gevolgen van het lerarentekort het meest te merken. Bijna de helft van de ouders met een kind op de middelbare school geeft aan last te hebben van het lerarentekort. Maar ook op de basisschool is het een groot probleem. Ook hier ziet 36% van de ouders de gevolgen van het lerarentekort.

Veel ouders positief over relatie met school

Een goede samenwerking tussen ouders en school helpt bij goed onderwijs. De meerderheid van de ouders (69%) zegt een goede relatie met school te hebben. Ze voelen zich betrokken bij de school en krijgen genoeg informatie over wat er op school gebeurt. Toch blijft er al jaren een flinke groep ouders die minder positief is over de samenwerking met school. Hier zijn nog veel verbeteringen nodig.

Veel kinderen nog steeds last van prestatiedruk

Veel kinderen ervaren druk om goede cijfers te halen en het goed te doen op school. In het voortgezet onderwijs is dit iets meer dan op het basisonderwijs, namelijk 48%. In het basisonderwijs is de prestatiedruk bijna net zo groot. Hier zegt 43% van de ouders dat hun kind last heeft van die prestatiedruk.

Uit eerder onderzoek van Ouders & Onderwijs blijkt dat prestatiedruk vervelende gevolgen kan hebben, zoals somberheid, minder zelfvertrouwen, faalangst en concentratieproblemen.

Veel signalen over passend onderwijs

Ouders & Onderwijs krijgt erg veel signalen binnen van ouders die problemen hebben met het vinden van passend onderwijs aan hun kind. In 2024 kreeg het adviespunt van Ouders & Onderwijs maar liefst 4500 hulpvragen van ouders over passend onderwijs.

In 2024 deed Ouders & Onderwijs al onderzoek naar het leerlingenvervoer. Ook hier kwamen opnieuw zorgelijke signalen van ouders naar voren. Er zijn veel wisselingen van chauffeurs, leerlingen worden niet of veel te laat opgehaald en zijn vaak lang onderweg.

Een grote groep, namelijk 67% van de ouders, heeft wel eens een klacht ingediend over het leerlingenvervoer. En 28% zelfs meerdere keren.

Steeds meer ouders zijn voorstander van inclusief onderwijs. Zo’n 45% van de ouders met een kind op de basisschool en 49% van de ouders met een kind op de middelbare school vindt dat ieder kind naar dezelfde school in de buurt moet kunnen.

Scholen vragen nog steeds ‘verplichte’ ouderbijdrage

Ieder kind moet mee kunnen doen op school als het gaat om schoolreisjes, uitjes, excursies of andere activiteiten. Ook als ouders de vrijwillige ouderbijdrage niet kunnen of willen betalen. Een vrijwillige ouderbijdrage moet dus echt vrijwillig zijn. Toch vragen sommige scholen nog steeds om een ‘verplichte’ ouderbijdrage.

In 2019 gaf 36% van de ouders met een kind op de basisschool nog aan dit te moeten betalen. Nu is dit een kleinere groep, nog maar 20% van de ouders zegt dat de school hen om een verplichte bijdrage vraagt. Nog steeds te veel, maar wel een duidelijke verbetering.

Ook in het voortgezet onderwijs is er sprake van een ‘verplichte’ ouderbijdrage. In 2019 zei 48% van de ouders dat ze een bijdrage moesten betalen aan school. Dit jaar is dat nog maar 27% van de ouders met een kind op de middelbare school.

In het basisonderwijs én in het voortgezet onderwijs hebben ouders moeite met het betalen van de ouderbijdrage. Ook voelen deze ouders druk van school om de ouderbijdrage toch te betalen, ondanks dat deze vrijwillig moet zijn. In het basisonderwijs gaat dit om 21% van de ouders en in het voortgezet onderwijs heeft 26% moeite met het betalen.

Kleinere klassen nodig voor beter onderwijs

De Staat van de Ouder 2025 laat zien dat we moeten blijven investeren in het onderwijs. Er moeten meer kleinere klassen komen en genoeg bevoegde leraren voor de klas komen te staan. Bovendien moet elk kind de ondersteuning krijgen die er nodig is, in een passende en veilige omgeving.

In het onderzoeksrapport de Staat van de Ouder 2025 lees je meer over wat ouders vinden van het onderwijs. Hoe denken ouders bijvoorbeeld over inclusief onderwijs? Ervaren kinderen veel prestatiedruk op school? En hoe is de relatie tussen ouders en school? Dit en meer vind je in de Staat van de Ouder 2025.

Bekijk hier de Staat van de Ouder 2025