In de uitzending benoemt Irene Prins een aantal problemen van de schoolsluiting:
- Motivatieproblemen, omdat leerlingen ‘uit de leerstand’ zijn gegaan.
- Leerlingen met depressieve gedachten en eetstoornissen of overgewicht.
- Gamen of YouTube-filmpjes bekijken naast of in plaats van de les.
Het zijn allemaal zaken die achter de schermen gebeuren en waar je als docent geen vat op hebt.
Gezina Topper wijst erop dat jongeren vooral de duidelijkheid, de voorspelbaarheid en de structuur in de dag missen. Ze roept scholen op om met elkaar – docenten en ondersteunend personeel – te kijken wat echt nodig is om hier wat aan te doen. “Het samen ernaar kijken en analyseren verbindt en maakt ook dat we soms eenvoudige zaken kunnen inzetten om de jongeren te helpen weer effectief te leren in de klas.” Topper hoort vaak van docenten terug dat het lang druk blijft in de klas, waardoor ze hun leerstof niet kwijt kunnen. Tegelijkertijd voelen docenten de druk om onderwijsdoelen (examens, overgaan naar volgende klas) te behalen en om achterstanden in te lopen. Prins wijst daarnaast op het belang van het opbouwen van een relatie tussen docent en groep: “Zonder relatie geen prestatie.”
Volgens Topper heeft de coronapandemie in het onderwijs geleid tot twee soorten achterstand: een hiaat in de kennis, met name bij exacte vakken die vaak lastig online zijn te geven, en de volgens haar nog belangrijkere achterstand, die in de sociaal-emotionele ontwikkeling. Ze heeft ook een belangrijk advies aan scholen: bezint eer ge begint. “Kijk eerst wat op je school het probleem is, voordat je een bepaalde interventie inzet. Die interventie moet goed passen bij de klas, het vak, het kind en gezin en jezelf. Als je dat doet, kun je het ook volhouden. Want gedragsverandering vraagt tijd, volhouden en creativiteit.”
Beluister hier de hele uitzending
