Beelden, meningen en gevoelens over de oorlog in Oekraïne komen de klas in. Kinderen en jongeren brengen hun emoties mee. Wat ze zien en horen op het jeugdjournaal en social media roept reacties op. Dit vraagt alertheid, gesprek, inlevingsvermogen en tijd en ruimte in het dagelijks lesgeven. Het Nederlands Jeugdinstituut zet een aantal zaken op een rijtje.
Wees alert op hoe kinderen erin staan
Heb je kinderen in de groep met familieleden in Oekraïne en Rusland? Of kinderen die op een andere manier meer direct betrokken zijn? Ga het gesprek aan met de kinderen en hun ouders. Vraag hoe het met hen gaat, hoe zij deze tijd beleven en of je iets voor hen kunt betekenen. Misschien wil een kind erover vertellen in de klas of juist niet. Je kunt hen bijvoorbeeld een tekening laten maken of een stuk laten schrijven over wat zij zéker zouden meenemen als ze ineens een tijdje niet meer in hun eigen huis kunnen zijn. Sluit aan bij de uitingsmogelijkheden van de leeftijd. Maak ruimte de emoties en gevoelens te uiten, maar bied ook de mogelijkheid voor interactie en afleiding.
Merk je dat kinderen onaardig tegen elkaar doen vanwege hun achtergrond? Bijvoorbeeld dat kinderen met een Russische achtergrond negatief worden aangesproken door hun medeleerlingen? De Anne Frank Stichting heeft tips en lesmateriaal over het omgaan met vooroordelen.
Erken gevoelens en stel gerust
Voor alle kinderen kan de oorlog beangstigend zijn. Ze zien en horen de angst en ongerustheid van volwassenen. Dit raakt aan de basale behoefte aan zekerheid, veiligheid en voorspelbaarheid. Voor kinderen is school juist een omgeving om gerustgesteld te worden en grip te voelen op wat er gebeurt. Dit weegt nog zwaarder voor kinderen die zich al onveilig voelen in hun leefsituatie. De extra onrust kan voor hen extra beangstigend zijn. Blijf kalm, erken hun gevoelens en stel kinderen gerust. Wat je nog meer kunt doen lees je bij de Academie voor Praten met Kinderen.
Geef passende informatie
Informeer kinderen en jongeren over de oorlog in Oekraïne. In welke mate en op welke manier hangt af van de leeftijd van de kinderen. Sluit aan bij de vragen die kinderen en jongeren zelf hebben. Doe dit in taal en in de uitvoerigheid van jouw antwoorden. Praat vanuit hún wereldbeleving.
Wil je meer tips over jouw rol, hoe je een discussie goed kunt begeleiden of wil je meer achtergrondinformatie? Bekijk de lesbrief van Universiteit Utrecht. Je vindt hierin ook een aantal concrete werkvormen. De lesbrief is bedoeld voor primair en voortgezet onderwijs en het MBO. En op de website van Goedemorgen op school vind je nog meer lesmateriaal voor het voorgezet onderwijs.
Voer groepsgesprekken
Laat kinderen hun gedachten onder woorden brengen, naar elkaar luisteren, elkaar vragen stellen en op elkaar reageren. Spreek samen af hoe je hiermee wilt omgaan, hoe je met verschillende meningen omgaat en respectvol op elkaar kunt reageren. Misschien kan de pagina over spanning en discussie in de klas van Stichting School & Veiligheid je hierbij helpen.
Zorg in ieder geval dat kinderen en jongeren elkaar steun kunnen bieden. Laat hen uitspreken wat ze nodig hebben en wat zij de ander kunnen bieden.
Bespreek in het schoolteam hoe je met deze situatie omgaat
Hoe zorg je er samen voor dat de oorlogssituatie op een veilige manier wordt besproken in de school? Denk hierbij bijvoorbeeld aan de volgende dingen:
Hierin samen op een lijn komen als team en er helder over communiceren, is prettig voor kinderen en ouders. Ouders kunnen daar thuis dan ook op aansluiten.
Zorg voor een goede balans in het dagprogramma
Door jezelf en de klas wat extra rustmomenten en positieve ervaringen te gunnen, creëer je een goede balans. Denk hierbij aan extra bewegingsmomenten, vrij spel en creatieve opdrachten. Hierdoor breng je afleiding en energie in de dag. Voor jezelf en de leerlingen.
Houd jezelf in de gaten
En tot slot is het belangrijk dat je ook jezelf goed in de gaten houdt. Dit is een uitzonderlijke situatie en komt na een tijd van lockdowns en coronamaatregelen. Bespreek daarom in je team wat de oorlog in Oekraïne met je doet. Wat zijn jouw twijfels, overwegingen en gedachten? Lukt het om de gesprekken te voeren met ouders en kinderen of heb je steun van collega’s of andere professionals nodig? Vraag eventueel ondersteuning van het sociale wijkteam of jongerenwerk.