Voor leerlingen die zich niet fijn voelen in een groep is weer naar school gaan best spannend. En bij meisjes kan dat zich anders uiten dan bij jongens. Hoe herkent de school een meisje dat hulp nodig heeft? En hoe help je haar? In het webinar ‘Meiden in coronatijd’, gehouden op 13 mei, geven Pierre Pas, senior onderwijsadviseur en Marieke Martens, kindercoach, antwoord op de vraag hoe je er als leerkracht en/of ouder een praktische invulling aan kunt geven.
Na een lange periode van gedwongen thuisquarantaine zijn de meeste scholen weer geopend. Voor de leerlingen eindelijk weer een gelegenheid om hun klasgenoten te ontmoeten. Toch roept deze herstart ook vragen en zorgen op, zoals: hoe zal dit gaan, wat hebben ze allemaal meegemaakt, hoe hebben ze de sociale contacten onderhouden nu dit alleen via de digitale kanalen kon, hoe vormen de groepen zich opnieuw en hoe staat het met het veiligheidsgevoel, niet alleen fysiek (kan ik het virus krijgen), maar ook sociaal (hoe staat het met mijn plek in de groep)?
Van meisjes weten we dat het vormen en onderhouden van sociale relaties een ingewikkeld en gevoelig proces is. Een proces van in- en uitsluiten dat uiterst subtiel is en zich grotendeels afspeelt onder de radar van de volwassenen. De komende periode zouden we daarom kunnen vergelijken met een nieuw begin van het schooljaar, ofwel de ‘Gouden-Corona-Weken’.
In het webinar ‘Meiden in coronatijd’ wordt aandacht besteed aan hoe jij er als leerkracht en/of ouder een praktische invulling aan kunt geven. Na het volgen ervan weet je op welke manier meisjes relaties aangaan, hoe het daarbij mis kan gaan en hoe je ze hierbij vanuit begrip en mededogen kunt ondersteunen.
Het webinar wordt gepresenteerd door Pierre Pas, senior onderwijsadviseur, mede-ontwikkelaar en trainer van de methode ‘Meidenvenijn is niet fijn’ en Marieke Martens, kindercoach en tevens trainer van deze methode. De methode is een erkende Gezonde School-activiteit. De lesmethode voor de aanpak en preventie van (zorgwekkend) pestgedrag onder meisjes in de leeftijd van 9 t/m 17 jaar heeft als doel het meidenvenijn inzichtelijk te maken (voor alle doelgroepen) en te verminderen.