In alle onderwijsstromen van het voortgezet onderwijs is de nodige aandacht voor lessen lichamelijke opvoeding. Alleen het VMBO TL/GL blijft wat achter. Dat is de conclusie van het Mulier-instituut dat in 2018 de geplande 1-meting lichamelijke opvoeding in het voortgezet onderwijs afnam. De 0-meting vond plaats in 2014.
VWO-leerlingen krijgen , zo blijkt uit de 1-meting lichamelijke opvoeding in het voortgezet onderwijs, met 2 lesuren per week exact volgens de landelijke norm les (zie beleidslijn inspectie 2014). HAVO-leerlingen zitten er iets onder (gemiddeld per week 2.16 uur i.p.v. 2.2 uur). Het lesaanbod voor VMBO BBL en KBL is met 2.5 uur per week precies volgens de landelijke norm, maar de theoretische/gemengde leerweg (TL/GL) daarentegen blijft wat achter (gemiddeld 2.39 i.p.v. 2.5 lesuren per week). Dit was in 2014 ook het geval.
VMBO-leerlingen zijn ook buiten school minder sportief actief: ruim drie kwart van de scholieren geeft aan wekelijks te sporten (78%). Scholieren van het VMBO (71%) sporten aanzienlijk minder dan die van het VWO (87%).
De KVLO vindt de teruggang van het aantal lesuren bij het VMBO TL/GL zorgelijk en wil met OCW en de onderwijsinspectie kijken naar oorzaken en eventuele oplossingen. Temeer ook, omdat de sectieleiders lichamelijke opvoeding over de hele linie aangeven dat de lestijd de laatste jaren enigszins is afgenomen, vooral in de brugklassen. Aan de andere kant roosteren VO-scholen net als in 2014 ook in 2018 nog steeds in het eerste leerjaar de meeste tijd in, gemiddeld 145 minuten (3 lesuren van bijna 50 minuten) per week. De wekelijkse lestijd loopt in de daaropvolgende leerjaren terug naar 96 minuten (2 lesuren van bijna 50 minuten) in het vierde leerjaar.
Schoolleiders zeer tevreden over de kwaliteit van het vak lichamelijke opvoeding
Over de kwaliteit van het vak lichamelijke opvoeding zijn schoolleiders van middelbare scholen over het algemeen zeer tevreden. Ze beoordelen die met een ruime voldoende (rapportcijfer 7,9), iets hoger dan de vakdocenten (rapportcijfer 7,6). Deze rapportcijfers zijn gelijk aan de rapportcijfers in 2014.
Naast de lessen lichamelijke opvoeding hebben meer scholen dan in 2014 een aanvullend lesaanbod voor geïnteresseerde leerlingen in de vorm van sportklassen en keuze-/examenvakken. Hiervan maken HAVO-leerlingen relatief het meest gebruik, maar het betreft in totaal nog geen 10 procent van alle leerlingen. Voor de rest lijkt de ontwikkeling van het extra-curriculaire aanbod aan bewegen en schoolsport op het voortgezet onderwijs tot stilstand gekomen. Bij een flink deel van de scholen beperkt dit aanbod zich tot de jaarlijkse sportdag.
Sportclinics en pauzeactiviteiten worden relatief vaak maandelijks aangeboden, maar dit gebeurt maar bij een op de vijf scholen.