Extra aandacht van preventieprogramma’s gericht op de promotie van mentale gezondheid binnen het praktijkonderwijs en met name cluster 4-onderwijs en het monitoren van de effecten hiervan is wenselijk. Dat blijkt uit onderzoek van het Trimbos-instituut naar het mentaal welbevinden van jongeren van 12 t/m 16 jaar in het cluster-4 en praktijkonderwijs.
Voor het eerst zijn er landelijke cijfers over de mentale gezondheid van leerlingen in het cluster 4-en praktijkonderwijs. Cluster 4-leerlingen (leerlingen met psychische- en/of gedragsproblemen) geven gemiddeld een lager cijfer voor hun leven dan leerlingen in het praktijkonderwijs en vmbo-b. Ook ervaren zij meer druk door schoolwerk en minder steun dan hun leeftijdsgenoten in de andere onderwijstypen.
Dit blijkt uit het landelijke EXPLORE-onderzoek van het Trimbos-instituut naar het mentaal welbevinden van jongeren van 12 t/m 16 jaar in het cluster 4- en praktijkonderwijs. De resultaten worden vergeleken met jongeren in het vmbo-b onderwijs omdat dit qua onderwijsniveau het dichtstbij ligt.
Extra aandacht voor cluster 4-leerlingen
Leerlingen op het cluster 4-onderwijs geven gemiddeld een lager cijfer voor hun leven (7,1) dan leerlingen van het praktijkonderwijs (8,2) en vmbo-b (7,6). Ook ervaren ze een minder positieve mentale gezondheid én algemene gezondheid. Driekwart van de cluster 4-leerlingen beoordeelt de eigen gezondheid als goed of uitstekend (74%), vergeleken met 81% en 83% in het praktijkonderwijs en vmbo-b.
Cluster 4-leerlingen ervaren ook meer druk door schoolwerk (23%) dan leerlingen van het praktijkonderwijs (8%) en vmbo-b (18%). De relatief lage schooldruk onder jongeren van het praktijkonderwijs wordt mogelijk verklaard door de manier waarop het praktijkonderwijs is ingericht. In het praktijkonderwijs ontvangen leerlingen praktijkgerichte vakken die zijn afgestemd op een individueel ontwikkelplan van de leerling. Ook wordt mogelijk minder druk vanuit de omgeving (ouders en school) opgelegd aan deze jongeren.
Sociale steun vanuit omgeving belangrijk
Leerlingen van het cluster 4- en praktijkonderwijs ervaren minder sociale steun van anderen dan leerlingen van het vmbo-b. Dit is zorgelijk, omdat ervaren sociale steun een belangrijke beschermende factor is en bijvoorbeeld invloed heeft op het welbevinden en zelfrespect (Rueger e.a., 2016; Kleinjan e.a., 2020). Meer aandacht voor sociale steun en manieren om een netwerk te ontwikkelen dat steun kan bieden, is bij jongeren in het cluster 4- en praktijkonderwijs dus nodig.
Passende preventieprogramma’s nodig om mentale gezondheid te versterken
Uit dit onderzoek blijkt dat extra aandacht van preventieprogramma’s gericht op de promotie van mentale gezondheid binnen het praktijkonderwijs en met name cluster 4-onderwijs en het monitoren van de effecten hiervan wenselijk is. Bij de ontwikkeling van preventieprogramma’s voor deze onderwijstypen moet rekening worden gehouden met het niveau van het lesmateriaal en de taligheid van de jongeren. Hoewel er momenteel een aantal programma’s zijn die gericht zijn op sociaal-emotionele vaardigheden binnen het speciaal onderwijs (zoals de Vreedzame School en Taakspel), zijn er weinig tot geen programma’s die zich specifiek richten op mentale gezondheidsvaardigheden binnen deze onderwijstypen. Voor de inzet van programma’s is daarnaast de toepassing van een integrale aanpak belangrijk: er is dan aandacht voor beleid, educatie, signaleren en begeleiden en ouderbetrokkenheid, zoals onder andere toegepast binnen het nationale programma Welbevinden op school.
Over het EXPLORE-onderzoek
Het EXPLORE-onderzoek is een landelijk onderzoek naar de omvang van middelengebruik onder jongeren in het praktijkonderwijs, voortgezet speciaal onderwijs (cluster 3 en 4), residentiële jeugdzorg en justitiële jeugdinrichtingen. Het doel van het EXPLORE-onderzoek is gegevens te leveren ter onderbouwing en ontwikkeling van een effectieve preventieve aanpak van (problematisch) middelengebruik onder kwetsbare jongeren. Naast middelengebruik zijn er op het praktijkonderwijs en cluster 4-onderwijs een aantal vragen gesteld over het mentaal welbevinden. Cijfers in deze rapportage worden vergeleken met cijfers van het vmbo-b uit het 'Geluk onder druk' onderzoek. Auteurs zijn Marieke Rombouts, Fleur Lugten, Marloes Kleinjan en Karin Monshouwer.