De zes gemeenten (Amersfoort, Hardenberg, Kempengemeenten, Súdwest-Fryslân, Texel en Urk) deden mee aan een pilot van drie jaar.
De gemeente gaven aan dat hun enthousiasme werd gevoed door:
- Integrale, positieve en lange termijn visie op het jeugdbeleid
- Verbeterde en vernieuwde samenwerking met lokale partners
- Wetenschap en lokale cijfers als basis voor het beleid
De gemeenten zagen nog wel uitdagingen voor implementatie:
- Ouders betrekken en bereiken
- Partners blijven betrekken en enthousiasmeren
De auteurs doen aan het eind van het rapport vijf aanbevelingen:
Aanbeveling 1: Stimuleer de verdere implementatie van het IJslandse preventiemodel in Nederland.
Aanbeveling 2: Laat gemeenten de regie voeren bij de implementatie van het IJslandse preventiemodel. Daarbij gelden wel vier randvoorwaarden:
- Bestuurlijk en politiek draagvlak
- Voldoende capaciteit
- Gekwalificeerde projectleider
- Voldoende financiële middelen
Aanbeveling 3: Investeer in langdurige, lokale samenwerking.
Aanbeveling 4: Borg de waardevolle kenmerken van de IJslandse monitoring in de GGD GHOR-jeugdgezondheidsmonitor. Ook hier zijn randvoorwaarden:
- De meting moet in hogere frequentie plaatsvinden (minimaal eens per twee jaar).
- De resultaten van de vragenlijst (in rapportvorm) dienen binnen twee tot drie maanden na afname beschikbaar te zijn op gemeente- en schoolniveau.
- Data moeten afkomstig zijn van een representatief gedeelte van de betreffende leeftijdsgroep met een minimale respons van 80 procent. Daarvoor zijn wellicht nauwere allianties met het onderwijs noodzakelijk en dient dit soort monitoring een vanzelfsprekend onderdeel van het systeem te worden.
- Voor gemeenten die werken volgens het IJslandse model dient de IJslandmodule opgenomen te worden in het flexibele deel van de GGD-vragenlijst, met daarin aanvullende beschermende en risicofactoren.
- De resultaten worden kort na afname op een heldere, voor ieder begrijpelijke manier met lokale partners besproken, worden geduid en dienen als voeding voor het opstellen en bijstellen van preventiebeleid.
Aanbeveling 5: Ondersteun de implementatie van het IJslandse preventiemodel.
De auteurs bevelen de Rijksoverheid aan om, bij een verdere implementatie van het IJslandse model in Nederland, een communicatieve, faciliterende en ondersteunende rol te beleggen bij een of meer Nederlandse, landelijke organisaties die beschikken over de juiste kennis en capaciteit. Deze ondersteuning zou aan de volgende aspecten moeten voldoen:
- Voor verdere implementatie is het van belang de kennis over het IJslandse model en de ervaringen van Nederlandse gemeenten helder te beschrijven, zodat nieuwe gemeenten de geleerde lessen kunnen meenemen in de implementatie. Een handreiking voor gemeenten, met een beschrijving van de noodzakelijke voorwaarden, en een implementatiestappenplan, ligt hierbij voor de hand.
- De kennis en expertise kunnen het beste worden gedeeld middels trainingen, kennissessies en andere vormen van kennisbevordering. De gemeenten dienen hierbij op het juiste moment in het traject de juiste ondersteuning te ontvangen.
- Hierbij is ondersteuning op maat van belang die intensiever en pro-actiever is dan de ondersteuning tijdens het leertraject.
- Het is belangrijk dat kennis over relevante effectieve interventies door de kennisinstituten beter ontsloten wordt dan tijdens het leertraject het geval was.
- Uitwisseling tussen deelnemende gemeenten dient te worden gefaciliteerd.
- De GGD GHOR, RIVM en lokale GGD’en dienen begeleid te worden bij het integreren van de IJslandse kenmerken in de GGD GHOR-jeugdgezondheidsmonitor.
Click hier
voor de download van het eindrapport.
Click hier
voor de infographic.