Seksuele vorming op scholen moet veel beter. Dat vinden niet alleen jongeren die hun seksuele vorming in het onderwijs een magere 5,8 geven. Docenten, onderwijsorganisaties en expertisecentra zijn het met hen eens. Daarom komt kenniscentrum Rutgers met een Manifest voor betere seksuele vorming, ondersteund door 37 organisaties. Het manifest roept het kabinet op de regie te nemen. Maandag 3 oktober is het manifest overhandigd aan onderwijsminister Dennis Wiersma en de regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag, Mariëtte Hamer.
Sinds 2012 zijn scholen vanuit de kerndoelen verplicht aandacht te besteden aan seksualiteit, waaronder seksuele diversiteit. Maar scholen zijn vrij om hier zelf invulling aan te geven, waardoor de mate van aandacht voor deze thema’s en de inhoud van lessen per school en soms zelfs per docent verschillen. Complete relationele en seksuele vorming maakt relaties en seksualiteit bespreekbaar, bevordert de seksuele gezondheid, werkt preventief tegen problemen als soa, hiv en seksuele grensoverschrijding en bevordert begrip voor diversiteit. Helaas besteedt nog niet elke school hier structureel aandacht aan.
Jongeren geven aan belangrijke informatie te missen. Ze beoordelen hun lessen seksuele vorming met een 5.8 en willen vaker, uitgebreidere en diverse voorlichting krijgen. Zij willen naast de biologische aspecten ingaan op de plezierige, sociale en relationele aspecten van seks. En meer aandacht besteden aan seksuele, gender en seksediversiteit, seks in de media, consent en oefenen met het aangeven en herkennen van elkaars wensen en grenzen.
Actiepunten
Het Manifest benoemt zes actiepunten:
1 Verbeteren en concretiseren van kerndoelen
De huidige kerndoelen zijn dusdanig breed en summier geformuleerd, dat het voor veel scholen niet duidelijk is wat er van hen wordt verwacht. Om jongeren vanuit een brede aanpak te ondersteunen in een positieve, gezonde relationele en seksuele ontwikkeling is het noodzakelijk om relaties, (online) seksualiteit, seksuele, gender- en seksediversiteit en seksuele weerbaarheid concreet uit te werken in de kerndoelen. Voor het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs. En om in de kerndoelen te verankeren dat alle scholen een positieve, niet onderhandelbare sociale norm bijbrengen, uitdragen en handhaven volgens welke iedereen wordt geaccepteerd.
2 Opnemen van relaties en seksualiteit in de eindtermen
Seksuele vorming is op dit moment alleen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs verplicht, terwijl de helft van de jongeren pas op of na hun achttiende geslachtsgemeenschap heeft. Ook in de bovenbouw willen jongeren hierover met elkaar praten, zodat zij in een veilige omgeving van elkaar kunnen leren. We roepen de overheid dan ook op om seksuele vorming, inclusief seksuele, gender- en seksediversiteit, op te nemen in de eindtermen voor de bovenbouw van het voortgezet onderwijs. Zodat leerlingen gedurende hun hele middelbare school seksuele vorming krijgen. Niet alleen bij biologie, maar ook bij maatschappijleer en burgerschap.
3 Extra impuls voor het mbo
Uit onderzoek blijkt dat studenten op het mbo extra kwetsbaar zijn voor geweld in relaties, onbedoelde zwangerschap, seksuele grensoverschrijding, soa, hiv en negatieve reacties op hun seksuele identiteit. Structurele seksuele vorming bereidt jongeren niet alleen voor op hun eigen leven en toekomst, maar ook op hun werk als toekomstige professional in bijvoorbeeld het onderwijs of de zorg. Om dit mogelijk te maken is een extra impuls vanuit de overheid essentieel en dienen kennis en vaardigheden op het gebied van relaties en seksualiteit expliciet te worden opgenomen in de burgerschapsopdracht en de kwalificatiestructuur van het mbo.
4 Zet in op effectieve lesmethoden
Met een eenmalige gastles over anticonceptie of een klassikale discussie over seksuele diversiteit ben je er niet. Om daadwerkelijk en duurzaam bij te dragen aan seksueel gezond en respectvol gedrag is het essentieel dat structureel wordt gewerkt aan positieve attitudevorming, (communicatieve) vaardigheden en inclusieve sociale normen. Dit kan het beste door in te zetten op het gebruik van bestaande effectieve en inclusieve lesmethoden binnen een doorlopende leerlijn, te investeren in de vernieuwing en implementatie van deze methoden en seksuele vorming expliciet op te nemen in het schoolplan.
5 Betere instrumenten voor implementatie en toetsing sociale veiligheid
De kwaliteit van de toetsingsinstrumenten voor sociale veiligheid moet worden verbeterd, waarbij vragen over relaties, respectvolle omgang met seksualiteit, weerbaarheid, seksuele, gender- en seksediversiteit, preventie van soa, hiv en onbedoelde zwangerschappen expliciet worden opgenomen. In de huidige opzet is er een te beperkt beeld van de ervaren veiligheid op school, waardoor concreet beleid in de praktijk nog te vaak uitblijft. De inspectie moet hier strenger op toe (kunnen) zien. Daarnaast moeten scholen worden ondersteund in het vormgeven en implementeren van een sociaal veiligheidsbeleid, waarin respectvolle omgang met seksualiteit en diversiteit en een duidelijke positionering van de vertrouwenspersoon bij grensoverschrijdend gedrag en beleidsadvisering worden meegenomen.
6 Investeren in deskundigheidsbevordering, opleidingen, bij- en nascholing
Docenten zijn cruciaal voor kwalitatief goed onderwijs, een veilige schoolcultuur en het bevorderen van positief sociaal gedrag. De overheid moet daarom inzetten op deskundigheidsbevordering en pedagogisch leiderschap van leerkrachten. Hierbij moet extra aandacht worden besteed aan pabo’s en lerarenopleidingen door thema’s als relaties, (online) seksualiteit, weerbaarheid en seksuele, gender- en seksediversiteit in opleidingen te borgen en meer te sturen op competentiegericht onderwijs.
Credit afbeelding: Rutgers.