De scholen in Nederland zijn een aantal weken dicht geweest. Ouders kregen de rol van thuisonderwijzer toegeschoven en scholen deden hun best om thuisonderwijs zo goed mogelijk te organiseren. Kinderen hebben de leerstof misschien niet op de vooraf geplande manier doorlopen. Maar daartegenover staat dat veel kinderen zich in deze bijzondere situatie juist op andere vlakken hebben ontwikkeld.
“Leren gaat verder dan de vakken die kinderen op school krijgen”, vertelt Nikki Udo, onderzoeker bij het Nederlands Jeugdinstituut (NJi). “We denken bij leren al snel aan cognitief leren, vakken op school als lezen, rekenen, topografie. Maar buiten school leren kinderen ook continue, zeker tijdens de coronatijd. Kinderen hebben, misschien wel meer dan normaal, geleerd over zichzelf, over hun gezin en over de wereld.”
Wat leerden kinderen de afgelopen maanden?
“Bijvoorbeeld hoe je met elkaar omgaat. Hoe je dingen zelf kunt regelen en plannen, omdat ouders niet gestoord konden worden vanwege werk. Sommige kinderen vinden het ook best spannend wat er allemaal gebeurt. Hierdoor leren ze om te gaan met hoe ze zich voelen, maar ook hoe ze hierover kunnen praten met ouders of vrienden. Veel kinderen hebben zichzelf beter leren kennen de afgelopen weken. Zij weten, bewust of onbewust, beter wie ze zijn en wat ze leuk vinden. En dat hoort ook bij leren en ontwikkelen.”
“Leren gebeurt door te oefenen en dingen doen. Er zijn veel kinderen en jongeren die de afgelopen weken hebben geleerd om te koken, omdat hun ouders zoveel thuis moesten werken. Het huishouden werd meer samengedaan. En iedereen moest zichzelf vermaken. Dat hebben kinderen allemaal geleerd.”
Maar hebben kinderen nu een leerachterstand?
“We spreken liever niet van leerachterstand. De coronatijd is een nieuwe situatie voor iedereen. Iedereen moest zich aanpassen. We kunnen dan ook niet verwachten dat kinderen zich precies zo gedragen en ontwikkelen zoals voor de coronatijd. Kinderen zijn veerkrachtig en passen zich makkelijk aan.”
“We zien dat in de meeste gevallen het thuisonderwijs bij ouders goed is gegaan. Kinderen leerden misschien minder uren per dag dan dat ze in de klas deden, maar hebben veel thuisopdrachten voltooid. Tegelijkertijd weten we dat sommige kinderen niet goed mee konden komen met het thuisonderwijs, doordat de omstandigheden thuis niet optimaal waren. Voor die kinderen wordt de komende tijd goed gekeken wat zij nodig hebben.”
“Op school gaan kinderen nu weer met vakken als rekenen en taal aan de slag. Dat is natuurlijk belangrijk, maar laten we niet vergeten hoeveel andere vaardigheden kinderen hebben geleerd in deze tijd. Dat is ook heel waardevol.”
Hoe kom je erachter welke dingen kinderen hebben geleerd?
“Het zou mooi zijn als elke ouder, juf of meester met kinderen in gesprek gaat. Wat denken kinderen zélf dat ze hebben geleerd over zichzelf en de wereld? Welke nieuwe dingen hebben ze geleerd, anders dan ze ‘normaal’ in zo’n korte tijd zouden leren? Door samen dit gesprek te voeren, help je kinderen de positieve kant van afgelopen tijd te zien. Ook help je ze te reflecteren op de afgelopen maanden.”
Bekijk vanaf 7.31 Nikki Udo in het Jeugdjournaal van 5 juni 2020.