Onderwijs in Denemarken

Het Deense onderwijs kent een andere indeling dan het Nederlandse onderwijs. Voor kinderen van nul tot drie jaar is er goede en betaalbare kinderopvang. Daarna gaan kinderen tot hun zesde jaar naar een børnehave met gemiddeld één leidster op zes kinderen. De Folkeskole is het volgende station, waar kinderen van hun zesde tot hun zestiende verblijven. Dit is ook de periode dat kinderen leerplichtig zijn.

De Deense Folkeskole is wat klassensamenstelling betreft goed te vergelijken met de Nederlandse basisschool. Leerlingen van dezelfde leeftijd
komen bij elkaar in de klas, ongeacht intelligentie. De gemiddelde grootte
is 19,6 leerlingen per klas. In principe verandert de klassensamenstelling op een Folkeskole niet. Er kan niet worden gedoubleerd en een klas overslaan is iets wat zelden voorkomt. De prestatiedrang ligt veel lager dan bij ons.

Het gaat meer om het versterken van je talenten. De klassen krijgen les van een team van drie tot vijf leraren. Meestal is één van die leraren de klassenleraar. Na hun zestiende kunnen ze direct doorstromen naar de bovenbouw van het voortgezet onderwijs. Hier kunnen ze kiezen uit verschillende richtingen van algemeen tot beroepsgericht. Zijn ze hier nog niet klaar voor of kunnen ze (nog) geen keuze maken, dan is er een oriënterend jaar waarbij ze van huis weggaan en naar een themaschool gaan. Ze leren daar op eigen benen te staan en maken een keuze voor het vervolg van hun opleiding. Na de bovenbouw kunnen ze doorstromen naar een vergelijkbaar schooltype als het HBO of de universiteit. Het Ministerie van Onderwijs is verantwoordelijk voor de grote lijnen, de onderwijskaders, de curricula en de eindtermen.