Hoe gaat Lennart van der Meulen, leraar van het jaar 2022, om met pesten en hoe leerlingen met elkaar omgaan? Dat komt aan de orde in een interview dat School & Veiligheid met hem had. Lennart is ruim zeven jaar leraar van groep 5/6 van basisschool De Gouden Griffel in Berkel en Rodenrijs.
Hoe maak je afspraken met de klas over hoe jullie met elkaar omgaan?
“Ik spreek meteen aan het begin van het jaar, in de normingsfase, de regels af. Zodat de norm wordt bepaald voordat de stormingsfase begint. Deze regels zijn positief gesteld, dus over wat we juist wél willen in de omgang met elkaar. Daarna zetten we symbolisch onze handtekeningen eronder. Om te zorgen dat ze zich vervolgens echt verantwoordelijk voelen voor de regels, spreek ik ze heel erg aan op dat ze het samen moeten doen. En dat ze elkaar mogen corrigeren, door bijvoorbeeld te zeggen: ‘Dit is niet zo aardig dat je dit zegt.’
Ik vind het ook belangrijk dat ze elkaar complimenteren als iets goed gaat. Daarom gebruik ik wekelijks complimentenkaarten. Aan het begin van de dag krijgen ze dan een naam van een klasgenoot op een kaartje, waarop ze die dag dan een compliment moeten schrijven voor die persoon.”
Wat doe je als regels en afspraken worden overtreden?
“Er was een keer een ruzie in de pauze, waarbij twee leerlingen elkaar een tik hadden gegeven. Bij het bespreken van de ruzie, moesten de leerlingen vanuit de ik-vorm praten: “Ik heb het gevoel dat…” Dat vind ik belangrijk, omdat je de leerlingen dan leert dat er meerdere perspectieven zijn. Verder laat ik regelmatig een derde, onafhankelijke leerling mediator zijn van het gesprek. Doordat die leerling dan de vragen stelt, is de sfeer veiliger en fijner. Grapjes maken kan verder ook helpen om ‘gedoetjes’ op te lossen. Het maakt de sfeer wat meer ontspannen.”
Leuk dat je begint over grapjes maken, want dat was in 2022 het thema van de Week Tegen Pesten. Hoe leer jij je leerlingen wanneer iets een grapje is en wanneer het te ver gaat?
“Daarin is voor de leerlingen het rolmodel belangrijk. Ik ben zelf best wel van de grapjes. En ik zie dat kinderen proberen grapjes terug te maken. Maar als die dan voor een kind te ver zouden gaan, zeg ik: ‘Oké, dit vond ik een prima grapje, maar dit kan ook verkeerd overkomen. Begrijp je dat?’ Dan ga je daarover met ze in gesprek.
Hoe weet jij of al jouw leerlingen jouw grapjes leuk vinden?
“Dat is soms lastig, soms ben ik te ver gegaan. Dan probeer ik een grapje te maken, maar merk ik dat het niet goed valt. Dat is dan een mooi moment om feedback te geven aan de leerlingen.
Ik ben bijvoorbeeld zo’n gekke meester die wel eens kinderen ondersteboven boven de prullenbak hangt. Maar ik heb dat een keer bij een verkeerde leerling gedaan.
Dan zeg ik dat in de klas: ‘Ik dacht dat het leuk was, maar het pakte niet goed uit. Dat vind ik vervelend en ik heb er spijt van, maar dit kan gebeuren.’ Het is goed om dat in de klas te bespreken.
Dat is ook de sfeer die je wilt creëren in de klas. Dat iedereen mag zeggen wat hij wil en feedback mag geven, ook aan mij. Als kinderen dat lastig vinden heb ik ook een brievenbus staan in de klas waar ze kaartjes in mogen doen over hoe het gaat in de klas.”
Lees hier het hele interview op de site van School & Veiligheid.