De coronapandemie heeft geleid tot leervertraging en zorgen over het welbevinden van leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs. In het mbo en hoger onderwijs staat het studieverloop en het welzijn van studenten onder druk. Dat staat in de eerste voortgangsrapportage over het Nationaal Programma Onderwijs die het ministerie van OCW naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
In het mbo en hoger onderwijs gaat het NPO-budget met name naar intensieve studiebegeleiding, stagebegeleiding en het bevorderen van het welzijn van studenten. Het mbo investeert daarnaast in de aanpak van jeugdwerkloosheid. Het economische herstel van Nederland maakt het makkelijker om het tekort aan stageplekken en leerbanen aan te pakken.
In het primair onderwijs is de leervertraging het grootst bij het rekenen; in het voortgezet onderwijs bij rekenen en leesvaardigheid. Schoolleiders maken zich daarnaast zorgen over het welbevinden van leerlingen en de ontwikkeling van leervaardigheden als motivatie, plannen, samenwerken en aandacht vasthouden. In het voortgezet onderwijs en praktijkonderwijs zijn die zorgen het grootst. Verder is er extra aandacht nodig voor leerlingen in een kwetsbare situatie.
Zicht op problemen
Lekker in je vel zitten is een voorwaarde om goed te kunnen leren, dus het is belangrijk dat het onderwijs daaraan werkt, zegt Bas Wijnen van het Nederlands Jeugdinstituut. Het onderwijs kan en hoeft dat niet alleen te doen. “We weten dat werken aan welbevinden op school effectiever is als je het verbindt met thuis, online en de vrije tijd. Juist daarom krijgen ook gemeenten geld uit het NPO-programma. In Utrecht heeft de gemeente bijvoorbeeld samen met het onderwijs een analyse gemaakt van hoe het gaat met de jeugd in stad. Zo krijgen ze zicht op de problemen die er zijn en kunnen ze afspreken wie wat gaat doen om die problemen aan te pakken.”
Ingewikkelde opdracht
De samenwerking met andere partijen is belangrijk, aldus Wijnen, omdat werken aan welbevinden een ingewikkelde opdracht is voor alleen het onderwijs. “Problemen zoals somberheid bij pubers signaleren en aanpakken wordt vaak niet gezien als een opdracht van het onderwijs, maar juist als een taak van bijvoorbeeld het wijkteam. Maar uiteindelijk gaat het over dezelfde kinderen. Daarom is het goed als school, gemeente en andere partijen daarin samen optrekken.”