Nederlandse kinderen (van 10 tot 22 jaar) zitten per dag bijna een uur langer achter een telefoon, tablet of laptop dan ze zelf verantwoord vinden. Het verschil tussen de gemiddelde schermtijd van thuiswonende kinderen en wat ouders verantwoord vinden, is nog groter: bijna 1,5 uur. De meeste kinderen én hun ouders vinden het bovendien jammer dat kinderen tegenwoordig zo weinig buitenspelen.
Dat blijkt uit onderzoek van I&O Research over ‘opvoeden in tijden van sociale media’ in opdracht van de Volkskrant. Bijzonder aan het onderzoek is dat zowel kinderen (thuiswonend, van 10 tot en met 22 jaar) als ouders de vragen beantwoordden.
De gemiddelde tijd dat kinderen op een gewone dag achter een beeldscherm zitten, is volgens hen zelf 3 uur en 20 minuten. Ouders schatten deze schermtijd op zo’n 3 uur, iets lager dus. Kinderen zouden zo’n 2,5 uur schermtijd verantwoord vinden, ouders vinden 2 uur acceptabel. Daarmee zitten kinderen gemiddeld 55 minuten (bijna een uur) langer achter een beeldscherm dan ze zelf verantwoord vinden en gemiddeld 83 minuten (bijna 1,5 uur) langer dan hun ouders verantwoord vinden.
Ook zelf zegt een groot deel van de kinderen (52%) en ouders (69%) deze schermtijden te lang te vinden. Van de kinderen in de leeftijd 16-19 jaar vindt ruim 60 procent dat ze te lang achter een beeldscherm zitten.
Ouders lijken negatieve effecten apparaatgebruik te onderschatten
Kinderen beoordelen de effecten als gevolg van het apparaatgebruik negatiever dan hun ouders. Ze hebben meer last van rug- en schouderklachten (50%) en kramp in de vingers (28%) dan hun ouders inschatten (respectievelijk 38% en 18%). De kans op slaapproblemen wordt door zowel ouders als kinderen het grootst ingeschat (ouders: 52% groot of licht effect; kinderen: 57%).
Noot Figuur 2:
[1] De totaalpercentages in de figuur wijken soms af van de som van de twee deelpercentages, dit komt door afrondingsverschillen.
Verantwoording
Dit onderzoek onder kinderen en ouders, dat liep van 5 tot 21 juni 2019, voerde I&O Research uit in opdracht van de Volkskrant. Aan het onderzoek werkten 1.145 ouders en 569 kinderen mee. Ouders vulden de vragenlijst in met één specifiek kind in gedachten.
Onder ‘kinderen’ verstaan we voor dit onderzoek: thuiswonende kinderen van 10 tot en met 22 jaar.
De steekproef is gewogen op het opleidingsniveau van de ouders.
Lees hier het artikel uit de Volkskrant van 30-8-2019 over dit onderzoek.