Voor een soepele transitie van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs is het belangrijk dat scholen met elkaar samenwerken en kinderen meer betrokken worden. Dat concludeert Marlau van Rens in haar proefschrift, waarop ze op 4 september promoveerde aan de Universiteit van Maastricht.
De overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs is voor leerlingen een grote stap. Het is belangrijk dat deze transitie voor kinderen soepel en succesvol verloopt. Hierbij is de samenwerking tussen de basisschool van herkomst en de middelbare school die de kinderen aanneemt belangrijk. Daarnaast stelt Van Rens dat kinderen actiever betrokken kunnen worden bij deze overgang.
Overdracht
Van Rens onderzocht hoe de betrokkenheid van kinderen, ouders en leerkrachten kan bijdragen aan een soepele transitie. Hierbij is het vooral van belang dat er een goede overdracht plaatsvindt tussen de basisschool en de middelbare school. In de praktijk blijkt deze overdracht redelijk beperkt. Daarnaast voldoet de voorbereiding op de basisschool veelal niet aan de verwachtingen van de middelbare school.
Kinderparticipatie
De mentor op de middelbare school kan een belangrijke rol spelen bij de ondersteuning van leerlingen. De ervaringen van de mentor of leerkracht komen echter niet altijd overeen met die van de leerlingen. Van Rens stelt dat het daarom belangrijk is om leerlingen meer te betrekken bij de overgang van basisschool naar middelbare school. Het luisteren naar hun verwachtingen en ervaringen kan bijdragen aan een soepele overgang. Daarnaast heeft deze vorm van kinderparticipatie een positieve invloed op de ontwikkeling en het welzijn van de leerlingen.
Bron: NJI/Universiteit van Maastricht