Alles over een Gezonde Leefstijl Op School

Het recept voor een positieve groepssfeer

Deze week is de Week tegen Pesten (25 t/m 29 september), een initiatief van Stichting School & Veiligheid. Naar aanleiding daarvan schreef Giti Bán, trainer en adviseur vertrouwenswerk bij Stichting School & Veiligheid en extern vertrouwenspersoon, onderstaand artikel.

Het recept voor een positieve groepssfeer… is er niet. Tips hoe pesten tegen te gaan en wanneer je welke interventies kunt gebruiken voor een positieve groepssfeer, zijn er meer dan genoeg. Als die altijd en in alle situaties zouden werken, zouden we vandaag niet meer over pesten hoeven te praten. Maar helaas is dat niet zo.

De afgelopen 25 jaar heb ik veel op scholen gewerkt. Iets wat me opviel, en wat ik regelmatig tegenkwam, is dat heel makkelijk alleen de leerlingen verantwoordelijk worden gehouden voor de sfeer. Er zijn leerlingen die de sfeer ‘verpesten’.

In elke groep zijn leerlingen die grenzen opzoeken en proberen te verleggen, die van alles en nog wat uitproberen. En toch, en toch, en toch… Menigmaal heb ik meegemaakt dat een leraar over een groep sprak: ”Wat een moeilijke groep: ik heb alles geprobeerd, maar ze zijn echt niet te temmen, niets lijkt te werken” of “Wat ben ik blij dat ik volgend jaar een nieuwe groep krijg.”

Wat me vervolgens opviel was, dat als er dit soort uitspraken worden gedaan, er altijd een collega is die hierop reageert met: ”Oh, ik heb nooit last van ze gehad, ik vond het juist een fijne groep.” Sterker nog, ik ontdekte bij sommigen dat bij fijne groepen werd gesproken over ‘mijn groep’, en als de groep problematisch was over ‘de groep’. Ik interpreteer die uitspraken zo: bij het eerste geval hoort de leraar bij de groep en bij de tweede neemt de leraar juist afstand van de groep.

Gelukkig heb ik ook mooie voorbeelden.

Ik denk hierbij aan een juf die in de klas vertelde over haar eigen pestverleden. De klas was zeer onder de indruk. Niemand had bedacht dat hun juf ooit gepest werd. Vervolgens begonnen de leerlingen hun eigen verhalen te vertellen. Vanaf dat moment werd de juf een veilig aanspreekpunt als er iets misging. Daardoor kon deze juf snel en de-escalerend ingrijpen.

Een ander voorbeeld: een juf, die de klas vroeg: ”Ik heb met jullie zo veel geprobeerd. En het lukt me niet meer. Jullie gaan maar door, wat ik ook doe. Help me alsjeblieft! Stel je voor dat jij de juf was van deze klas. Wat zou jij doen?” Deze uitnodigende vraag heeft het gesprek zeer positief beïnvloed. Het lukte om af te spreken hoe je gezamenlijk verantwoordelijk kunt zijn voor alles wat er in de klas gebeurt.

Een reactie van een leraar toen we over pesten hadden: ”Pesten? Nee. Ik accepteer het gewoon niet. Ik accepteer ook geen ”Ja, maar…hij is er mee begonnen, ik deed niets”, en dergelijke. Daar ben ik zeer duidelijk in en dat weten ze.”

Een leraar vertelde me dat hij elk schooljaar met een klassengesprek start over hoe je het een jaar lang fijn kunt hebben met elkaar, zonder dat je perse vriendjes van elkaar moet zijn. De leerlingen kregen de opdracht om te bedenken waardoor een klas gezellig en veilig is voor iedereen. Hun ideeën verwerkten zij in afspraken (maximaal 10), schreven ze op een A4-tje en hingen dit aan het schoolbord. Elke ochtend nam de leerkracht vijf minuten om de afspraken door te nemen. Als er iets in de klas gebeurde, wees hij naar het bord en vroeg hij aan de leerlingen: ”Hebben we hier afspraken voor?” Hij zei: ”De tijd die ik elke ochtend investeer in de afspraken die we gezamenlijk gemaakt hebben, bespaart me veel tijd die anders in ruzies, uitleg en herstelgesprekken zit.“

Een positieve groepssfeer

Naar aanleiding van de verhalen die ik gehoord heb, durf ik een mini-lijstje samen te stellen van ingrediënten, die in ieder geval bijdragen aan een positieve groepssfeer. Leerlingen hebben vertrouwen nodig, je biedt ze dit door:

  • te werken aan de relatie. Geef hen je tijd en aandacht en toon oprechte interesse (ken hun namen!);
  • hen te betrekken bij het maken van de afspraken die de groepssfeer positief bevorderen. Evalueer samen de afspraken op regelmatige basis: Wat gaat er goed? Wat willen we anders? Hoe gaan we dat doen?;
  • te zorgen dat er duidelijke grenzen aan het gedrag zijn. Benoem duidelijk je verwachtingen en geef aan wat je wel en niet accepteert; wees heel duidelijk dat je pesten niet tolereert;
  • consequent te zijn. Dat betekent: zeggen wat je doet en doen wat je zegt en gemaakte afspraken naleven;
  • een voorbeeld voor hen te zijn;
  • fouten te erkennen en je voor je fouten te verontschuldigen;
  • positief gedrag te stimuleren. Denk bijvoorbeeld aan leerlingen die elkaar helpen; leerlingen die signaleren dat iemand zich niet prettig voelt in de klas; of leerlingen die hun grenzen aangeven. Als je laat merken dat je dat ziet en dat gedrag bevestigt, ervaren en leren de leerlingen én hun klasgenoten hoe je op een positieve manier met elkaar omgaat;
  • ruimte te creëren om fouten te maken. Bij oefenen met gedrag hoort ook fouten maken. Daarvan leer je ook met elkaar;
  • feedback geven én feedback vragen.

Dit lijstje is geen garantie voor succes. Het draagt wel bij aan een positieve groepsvorming.

Hoe meer je preventief en proactief met de groep bezig bent, hoe groter de kans op een positieve groepssfeer.

Het is de moeite waard om te proberen!

Natuurlijk is het belangrijk om aan het begin van de week met de kinderen hierover te spreken. Maar door daarnaast aan het eind van de week samen af te sluiten (in de kring met een kopje thee) en dan specifiek de positieve zaken te benoemen die de kinderen zelf aandragen, maakt dat leerlingen gespitst zijn om daarop te gaan letten. De leraar zorgt ervoor dat niet altijd dezelfde kinderen genoemd worden.
Ik moet hierbij nog denken aan een school die werkte met een sociokring vanuit groepsdynamisch onderwijs. Daarin bespraken ze naast wat er goed ging met elkaar ook wat er beter kon. Ze maakten hiervan een verbeterdoel met elkaar. En als ze hun doel dan hadden behaald ging dat in de Gouden doos.

Ten slotte: we hebben het over hoe je de positieve groepssfeer kunt beïnvloeden. Wees zelf vooral positief! Proactief positief tegenover elke leerling. Iedereen heeft iets moois dat je kunt benoemen en ieder kind en iedere leraar doet het beter met complimenten.