Kinderen die beschikken over meer groene plekken in de omgeving van thuis en school hebben minder last van angstklachten. Dat blijkt uit een langjarig onderzoek in de Spaanse provincie Barcelona, gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Journal of Environmental Psychology.
Groen kan preventief mentale gezondheid kinderen bevorderen
De onderzoekers volgden voor hun onderzoek meer dan 500 kinderen over een periode van negen jaar, van hun derde tot hun elfde jaar. Ze analyseerden satellietbeelden om te bepalen hoeveel groene ruimte er was in de buurt van het huis- en het schooladres van de kinderen. Daarnaast namen ze elk jaar twee vragenlijsten af om angstklachten bij de kinderen te meten. Op plekken met meer groen in de omgeving zagen ze lagere niveaus van angst bij kinderen. Daaruit concluderen ze dat meer blootstelling van kinderen aan groene ruimte onderdeel kan zijn van preventief beleid om de mentale gezondheid van kinderen te bevorderen.
De onderzoekers wijzen erop dat ze niet hebben aangetoond dat de groene ruimte de oorzaak is van minder angstklachten. Ook hebben ze geen gegevens over hoe lang, hoe vaak en hoe de kinderen gebruikmaakten van de groene ruimte. Ze denken dat een groene omgeving stress vermindert, doordat kinderen meer tijd buiten doorbrengen en dus meer bewegen, of doordat ze minder schermtijd hebben. Ook is het mogelijk dat een groene ruimte leidt tot meer riskant spel zonder toezicht van ouders, waardoor gevoelens van autonomie en zelfvertrouwen toenemen. Om daar duidelijkheid over te krijgen, is meer onderzoek nodig, zeggen ze.
Pedagogische waarde
Dat groene ruimte een gunstige invloed heeft op de gezondheid en de ontwikkeling van kinderen is ook bekend uit eerder onderzoek, vertelt Ali Karataş van het Nederlands Jeugdinstituut. “De natuur heeft een grote pedagogische waarde. Het is jammer dat die waarde nog weinig wordt meegenomen bij besluiten over de ruimtelijke ordening. Voor beslissingen daarover worden vaak maatschappelijke kosten-batenanalyses uitgevoerd, mkba’s. Wat kost het om natuur op te nemen in je plannen en wat levert het je op? Daarbij kijken de onderzoekers wel naar de opbrengst van natuur voor bijvoorbeeld recreatie. Maar het pedagogische effect op de ontwikkeling van kinderen telt nog weinig mee en dat is jammer. Het zou goed zijn als beleidsmakers daar meer oog voor hebben.”