Mediaopvoeding is onder ouders van kinderen van 0 t/m 6 jaar geen urgent onderwerp. Bij maar liefst driekwart van de ouders staat mediaopvoeding op de laatste plaats – na gezonde voeding, voldoende bewegen, sociaal gedrag en hygiëne. Dit blijkt uit de tiende editie van het Iene Miene Media-onderzoek 2022 dat tijdens de start van de Media Ukkie Dagen (25 maart t/m 1 april) is gepresenteerd.
Net als voorgaande jaren onderschrijft een ruime meerderheid van de ouders in het onderzoek vooral de positieve effecten van media, zoals betere taalontwikkeling en rekenvaardigheid. Ook vinden ze media goed voor de creativiteit. Ouders zijn zich echter onvoldoende bewust van de schadelijke langetermijneffecten. Slechts een kwart van de ouders maakt zich zorgen over negatieve effecten zoals bijziendheid of overgewicht.
Richtlijnen World Health Organisation flink overschreden
Ouders onderschrijven ook dit jaar de meeste positieve effecten van media sterker en de negatieve aspecten minder sterk. Vooral hoger opgeleide ouders maken zich minder zorgen dan andere ouders over de negatieve effecten van media op jonge kinderen. Opvallend is wel dat meer dan de helft van de ouders aangeeft regelmatig negatieve effecten van mediagebruik bij hun kind te zien, zoals druk of opstandig gedrag, verlegenheid of slaapproblemen.
Kinderen blijken veel tijd door te brengen met media. Zo besteden kinderen van 0 t/m 6 jaar op een dag gemiddeld anderhalf uur aan verschillende media-activiteiten. Dat overschrijdt de richtlijnen van de World Health Organisation (WHO), die ook worden gehanteerd door Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang en andere advies- of steunorganisaties. Zij adviseren om jonge kinderen tot 2 jaar oud liefst zo weinig mogelijk media te laten gebruiken en kinderen tot 5 jaar maximaal 1 uur per dag. Uit vele internationale studies blijkt een verband tussen overmatig mediagebruik en problemen met de gezondheid. Denk hierbij aan overgewicht, bijziendheid, te weinig of moeilijk in slaap komen maar ook de invloed op schoolprestaties en omgaan met andere kinderen. Om deze negatieve effecten van media te voorkomen is het belangrijk dat kinderen in een vroeg stadium bewust, veilig en gezond met media leren omgaan.
“Dit is het tiende jaar dat het Iene Miene Media-onderzoek wordt uitgevoerd. In die tien jaar is veel gebeurd. Met name recente ontwikkelingen als de coronapandemie hebben veel invloed gehad op hoe ouders aan de opvoeding toekomen en hoe zij en hun kinderen daar media bij gebruiken. Bovendien blijkt dat de mate waarin ouders meekijken en meedoen kleiner is dan voorgaande jaren, een afnemende trend die al eerder zichtbaar was. Doordat media-apparaten zoals smartphones en (kinder)tablets steeds makkelijker te bedienen zijn en ook steeds meer gericht zijn op individueel gebruik krijgen ouders steeds minder de kans om media echt samen te gebruiken. Daarmee lijkt ook de urgentie van mediaopvoeding steeds verder op de achtergrond te raken en dat is wel een zorgelijke ontwikkeling. Het is belangrijk dat we kinderen op jonge leeftijd al handvatten geven met betrekking tot mediagebruik”, aldus Prof. dr. Peter Nikken, lector Jeugd & Media aan Hogeschool Windesheim.
Ouders weinig onzeker over hun kennis van media
Ouders zijn zich bewust van hun matige kennis over omgaan met media in de opvoeding van hun kind. Slechts drie op de tien ouders zijn van mening over voldoende kennis te beschikken. Toch lijken ouders hier niet onzeker over te zijn. Nog geen 10% van de ouders voelt zich onzeker als ze over mediaopvoeding praten met andere ouders. Ook schatten ze hun kennis over kind en media niet lager in dan andere ouders.
Prof. Nikken pleit voor meer beleid en activiteiten om ouders te ondersteunen en te adviseren: “Het zijn logische keuzes die ouders maken. Opvoeden is niet makkelijk, en het leven vaak hectisch. Dus is kinderen bezig laten zijn met een beeldscherm een makkelijke en snelle optie, waar zowel kinderen als ouders hun voordeel mee doen. Maar mediaopvoeding is en blijft wel een belangrijk thema, juist omdat kinderen zoveel tijd doorbrengen met schermpjes. Bibliotheken, ouder-kind centra, huisartsen, kinderopvang en het onderwijs, maar ook de media-industrieën kunnen ouders daarbij helpen. Zij kunnen adviseren over hoe je oprecht aandacht schenkt aan media en jouw jonge kind in de opvoeding, keuzes maakt voor media die goed passen bij de ontwikkelfase van jonge kinderen, en hoe je de balans bewaart tussen mediagebruik en offline activiteiten.”
Coronapandemie geen blijvende effecten op mediagebruik
De coronapandemie van de afgelopen twee jaar lijkt echter geen blijvend effect te hebben op het mediagebruik van kinderen van 0 t/m 6 jaar. Waar vorig jaar nog zeven op de tien ouders aangaven impact van corona te merken bij hun kinderen is dat nu nog maar de helft. De impact uit zich voornamelijk in de tijd die het kind achter een scherm doorbrengt in vergelijking met voorgaande jaren (18%), al is dit cijfer ongeveer gehalveerd ten opzichte van 2021. Wel lijkt er met het heropenen van de scholen een lichte stijging (van 4% naar 6%) te zijn in het aantal kinderen dat online problemen ervaart, zoals ruzies, pesten of gehackt worden.
Swipe, stap, sprong
Elk jaar organiseert Netwerk Mediawijsheid de Media Ukkie Dagen waarbij aandacht wordt gevraagd voor mediawijsheid in de opvoeding van kinderen van 0 tot 6 jaar. Dit jaar vinden de Media Ukkie Dagen plaats van 25 maart t/m 1 april 2022 en is het thema swipe, stap, sprong. Er worden dit jaar vraagstukken behandeld als: ‘Kun je een kind alleen met een tablet, tv, smartphone of boekje laten spelen of is samen beter?’, ‘Hoe begeleid je een kind stap voor stap in de ‘digitale wereld’?’, ‘Hoe zet je media in, zodat een kind er ook iets van leert en sprongen maakt?’, ‘En hoe maak je keuzes die aansluiten op de ontwikkeling van het kind?’ Meer dan 150 organisaties en instanties organiseren tijdens de Media Ukkie Dagen activiteiten om ouders te helpen bij deze vraagstukken. Voor meer informatie over het evenement en de activiteiten: www.mediaukkiedagen.nl