Samen met ouders werken aan voldoende beweging voor hun kinderen zorgt voor gezondere en beter presterende leerlingen. Waar eerder de school en de ouders los van elkaar stonden in het stimuleren van beweging bij de kinderen, gaan we nu steeds meer naar advisering 3.0. De school informeert niet alleen, maar werkt daadwerkelijk samen met de ouders om de leerlingen zo veel mogelijk te laten bewegen.
Als ouders niet weten hoe ze beweging bij hun kinderen moeten stimuleren kun je als leerkracht een aantal tips meegeven. Je kunt de ouders ook verwijzen naar:
Binnen de school worden afspraken gemaakt over speeltijden. Je kunt ouders aanmoedigen om dit thuis ook te doen. Zo kunnen ouders met hun kinderen afspreken dat er eerst (buiten) gespeeld moet worden voordat het tijd is om een spel op de computer te spelen. Kinderen vinden het ook erg leuk om samen met volwassenen te sporten of te spelen. Binnen de school kan dit uitgevoerd worden door als leerkracht regelmatig mee te spelen in de pauze. Ouders kunnen dit thuis ook doen door tijd in te ruimen om samen met hun kind naar buiten te gaan en een (beweeg)spel te spelen.
Als kinderen een positieve associatie hebben bij bewegen
is de kans groter dat ze het ook daadwerkelijk gaan doen. Wees enthousiast over buitenspelen en het uitproberen van verschillende sporten. Probeer binnen de school proeflessen van diverse sporten te laten verzorgen. Wellicht zijn er ouders trainer op een sportvereniging en vinden zij het leuk om daarbij te helpen. Daarnaast kunt u een lijst aanleggen van sportverenigingen binnen de gemeente. Vaak mogen kinderen een aantal gratis proeftrainingen doen, zo kunnen ze ontdekken wat ze leuk vinden.
Volwassenen zijn rolmodellen voor kinderen. Laat daarom met elkaar zien dat bewegen leuk en belangrijk is. Op school kun je dit doen door mee te sporten en te spelen met de leer- lingen. Ouders kunnen dit doen door samen met hun kinde- ren te gaan sporten, maar ook door op de fiets of wandelend naar school te komen. Moedig dit vanuit de school aan.