De angst voor besmetting met het coronavirus was de afgelopen weken voor ouders reden om hun kind thuis te houden en voor onderwijs en opvang reden om kinderen met een snotneus te weren. Over neusverkoudheid bij jonge kinderen heeft het RIVM nu duidelijkheid geschapen, maar zo lang er geen geneesmiddel of vaccin is tegen dit coronavirus, blijven we leven met angst en onzekerheid, signaleert Anita Kraak, senior adviseur bij het Nederlands Jeugdinstituut. “Angst is een slechte raadgever als die het belang van het kind overstijgt. We moeten kinderen juist leren omgaan met onzekerheid.”
Het RIVM heeft de adviezen over kinderen tot 6 jaar met neusverkoudheid aangepast. Zij mogen naar de opvang of naar school als ze geen koorts hebben, niet door de GGD zijn gesignaleerd als contactpersoon van iemand die besmet is met het coronavirus, en geen volwassen gezinslid hebben met klachten die wijzen op een coronabesmetting.
De richtlijnen van het RIVM zijn duidelijk, aldus Kraak. “De meeste kinderen met een snotneus kunnen gewoon naar school. Met dat beleid wil het RIVM voorkomen dat kinderen onnodig lang thuis zitten. We weten immers inmiddels dat kinderen nauwelijks bijdragen aan de verspreiding van het coronavirus. Bovendien hebben veel kinderen vaak een snotneus doordat alle kanaaltjes rond neus, keel en oren nog smal zijn en bij een verkoudheid eerder verstopt raken. Ook zijn ze vaker verkouden doordat ze nog bezig zijn hun afweer op te bouwen.”
De vragen en discussie over neusverkoudheid bij jonge kinderen leek de afgelopen week vooral te draaien om de angst van volwassenen, in plaats van de ontwikkeling van kinderen, stelt Kraak. “In plaats van het belang van het kind was onze maatstaf de angst van volwassenen. We durfden nauwelijks gebruik te maken van de mogelijkheden die de versoepeling van coronamaatregelen kinderen kan bieden. We gingen juist op de rem staan. Dat is niet alleen onwenselijk. Het kan ook schadelijk zijn voor de ontwikkeling van kinderen.”
Veerkrachtig ontwikkelen
We moeten in deze onzekere tijd kinderen helpen om te gaan met onzekerheden, vindt Kraak. “Stilzitten en wachten op zekerheid is het laatste dat we kinderen willen leren. Als samenleving zijn we nu door corona uitgenodigd om te leren beslissingen te nemen op basis van de op dit moment beschikbare kennis, te reflecteren op het effect daarvan en ons handelen bij te stellen op basis van onze ervaringen. Dat is ook precies de ontwikkelopdracht van een kind. Volwassenen kunnen kinderen daarbij helpen door met hen in gesprek te gaan over onzekerheden. Als we ons daarbij niet laten leiden door angst maar door ons gezond verstand, kunnen we ervoor zorgen dat de generatie van de toekomst zich veerkrachtig kan ontwikkelen.”
Bron: Nederlands Jeugdinstituut.