Kinderopvang is belangrijk voor álle kinderen tot en met 12 jaar. Dat schrijven de branchepartijen in de kinderopvang, de PO-Raad, het LKCA, NOC*NSF en Sociaal Werk Nederland in een brief aan de Tweede Kamer.
De brief, gestuurd op 2 maart 2021, is een reactie op de Scenariostudie Vormgeving Kindvoorzieningen (SVK), die het kabinet eind 2020 aan de Tweede Kamer aanbood. In dit rapport kwam het kabinet met vier scenario's voor een herinrichting van de kinderopvang in Nederland.
De organisaties zijn blij met het SVK-rapport omdat het kabinet daarmee de basis legt voor een open gesprek over de inrichting van de kinderopvang. De organisaties benadrukken in hun brief wel enkele aspecten die expliciet meegenomen moeten worden bij een herontwerp.
Vergroten van kansengelijkheid
Kinderopvang is belangrijk voor álle kinderen tot en met 12 jaar, vinden de organisaties. Elk kind verdient maximale ontwikkelkansen. Als er voor elk kind een passend aanbod is, vergroot dit de kansengelijkheid.
Om jonge gezinnen te ontzorgen is een goede samenwerking nodig tussen kinderopvang, school, sociaal werk, jeugd- en sportvoorzieningen en gemeenten. Het is de taak van het kabinet om belemmeringen weg te nemen en samenwerking te faciliteren, aldus de organisaties. Daarnaast moet een nieuw stelsel van kindvoorzieningen zo ontworpen zijn dat het kostensysteem van kinderopvang voor alle ouders te begrijpen is en de kans op terugvorderingen tot een minimum beperkt blijft.
Krachtenbundeling
Volgens Josette Hoex van het Nederlands Jeugdinstituut laat het pleidooi van de sectororganisaties een krachtig en toekomstgericht geluid horen. “Het toont dat een brede groep van voorzieningen in de alledaagse leefomgeving van kinderen en ouders wil samenwerken om een stevige opvoedbasis te vormen. Het voorbije jaar maakte extra duidelijk dat een krachtenbundeling van kinderopvang, onderwijs, welzijn, cultuur en sport nodig is om kinderen kansrijk, gezond en veerkrachtig te laten opgroeien. Op al die plaatsen leren kinderen het leven te leven. Het zijn onmisbare leerplaatsen, voor kinderen én hun ouders.”