Op woensdag 5 februari werd de samenwerking symbolisch ingeluid. Johan Pas, wethouder voor onderwijs, en Sanne Hamers van de GGD Zuid-Limburg reikten een watertappunt uit aan de schooldirectie van Terra Nigra. Daarna kreeg ook het IKC Dynamiek een eigen watertappunt uitgereikt. Bij de 25 deelnemende basisscholen zorgde het programma de afgelopen jaren voor een trendbreuk. Basisschoolleerlingen gingen meer bewegen en bleven ook in de bovenbouw actief, terwijl hier voorheen een daling optrad in de beweegdeelname.

Belangrijke nieuwe stap

“Dit is een belangrijke nieuwe stap. We zien dat onze aanpak werkt, op de kinderdagopvangcentra en de basisscholen. Maar willen we de gunstige effecten op de gezondheid en motoriek vasthouden, moeten we ook investeren in onze jongeren: de leerlingen vanaf 12 jaar. Dat het voortgezet onderwijs aanhaakt en zoveel scholen meedoen is hartstikke positief. Het toont aan hoe begaan het Maastrichtse onderwijs is met de toekomst van onze nieuwe generaties,” aldus wethouder Pas.

“Dit watertappunt krijgt een centrale plek in onze school, zodat onze leerlingen voor en na de lessen makkelijk en snel hun drinkbus kunnen vullen,” aldus Guy Corten, docent van Terra Nigra. “Wij willen een gezonde en vitale omgeving bieden aan onze leerlingen. Nu en in de toekomst. Dit watertappunt is een mooie start en symboliseert onze ambities op dit vlak.”

Gezond Kindcentrum in Beweging

In 2016 sloegen gemeente Maastricht, basisonderwijs en gezondheidsinstellingen de handen ineen om het gezonde en sportieve klimaat in en rond kindcentra te verbeteren. Inmiddels nemen 25 scholen met 4000 kinderen deel, zijn 16 beweegconsulenten aangesteld en worden wekelijks 350 lessen bewegingsonderwijs gegeven. Binnen het programma wordt samengewerkt met MosaLira, Kom Leren, MIK Spelenderwijs, Samen Spelen, JOGG/GGD, Maastricht Vitale Stad, Fontys Sport Hogeschool (en nu dus LVO). De gezamenlijke aanpak heeft aantoonbaar effect. Landelijk vertoont het aantal basisschoolleerlingen in de bovenbouw die matig intensief bewegen een daling. In Maastricht is deze daling de afgelopen jaren een halt toegeroepen. Daarnaast is de motoriek van kinderen aanzienlijk verbeterd. Het aantal kinderen dat motorisch onder het landelijke gemiddelde scoort is de afgelopen jaren met 5 procent gedaald naar 10,5 procent en komt daarmee onder het landelijke gemiddelde van 13 procent.