Alles over een Gezonde Leefstijl Op School

Hoe creëer je een gezonde eetomgeving rondom scholen?

JOGG-projectmedewerker Miriam Mühl over de Pilot Eetomgeving vo- en mbo-scholen

Hoe creëer je samen een gezondere eetomgeving in en rondom vo- en mbo-scholen?? Met dat doel hield JOGG anderhalf jaar een pilot in drie JOGG-gemeenten. JOGG-projectmedewerker Miriam Mühl gaat in op de voorgeschiedenis, de voornaamste lessen uit de pilot en het vervolg.

Miriam Mühl studeerde zelf Voeding en Diëtetiek. Ze houdt zich als projectmedewerker Gezonde Omgeving bij JOGG vooral bezig met het thema Voeding in de omgevingen School, Buurt en Media. Ze schetst de voorgeschiedenis van de Pilot Eetomgeving vo- en mbo-scholen, die de laatste anderhalf jaar is gehouden in aangesloten gemeenten Alkmaar, Katwijk en Lelystad. “Vanuit onze JOGG-gemeenten merkten we dat je weliswaar binnen de scholen samen met het Voedingscentrum zorgt voor een Gezonde Schoolkantine, maar dat scholieren ook buiten het schoolplein op zoek gaan naar eten en drinken en juist daar zijn nog genoeg verleidingen voor ongezonde keuzes. Daarom zijn we eerst gaan kijken naar wat er nu al gebeurt in die eetomgeving rondom de scholen. Zo hebben we gekeken naar welke mogelijkheden en goede voorbeelden er zijn om die eetomgeving gezonder te maken.” JOGG heeft eerder al in kaart laten brengen door Locatus wat de groei van voedselaanbieders is rondom scholen in de periode 2001-2019. “Daaruit kwam naar voren dat de groei niet zat in het totaal aantal voedselaanbieders. Wel zag je een verschuiving van het soort voedselaanbieders, de groei zat vooral bij de lunchrooms en koffieketens, en de afname bij gezonde aanbieders zoals bijvoorbeeld bakkers en groentemannen.” Veel scholen en gemeenten worstelden met de problematiek. “Ze zagen dat er een snack-kar soms letterlijk voor de ingang van de school stond, maar ze konden er niets tegen doen.”

Drie sporen

Om de gemeenten toch handvaten te geven, heeft JOGG een Raamwerk Eetomgeving Scholen ontwikkeld. Het raamwerk is gemaakt voor de JOGG-regisseur en de beleidsmedewerker en biedt een overzicht aan mogelijkheden om de eetomgeving in en rondom vo- en mbo-scholen gezonder te maken. “Het raamwerk kent drie sporen met elk hun eigen rol: gemeente (stimuleren gezonde eetomgeving), school (samen bouwen aan een Gezonde School) en voedselaanbieders (gezonder maken voedingsaanbod). Daarnaast bevat het een aantal inspiratievoorbeelden.”

JOGG wilde echter ook gaan toetsen hoe het in de praktijk werkte. Daarom werd in de afgelopen anderhalf jaar een pilot eetomgeving vo- en mbo-scholen gedaan in drie JOGG-gemeenten, Alkmaar, Katwijk en Lelystad. “We hebben voor die gemeenten gekozen omdat het gemeenten waren waar energie en motivatie lag om met dit onderwerp aan de slag te gaan. Bovendien waren deze gemeenten bereid om tijd te investeren in het pilottraject.” De pilot ging bij de drie gemeenten met vier schoolomgevingen aan de slag, een in Katwijk en één in Lelystad en twee in Alkmaar. Vervolgens werd per schoolomgeving geïnventariseerd welke voedselaanbieders er waren en werd er naar samenwerkingen gezocht. Mühl geeft toe dat de grootste uitdaging met name bij de voedselaanbieders lag maar heeft meteen een praktijktip: “Maak kleine stapjes.”

De voedselaanbieders waren vaak supermarkten. Mühl: “De supermarktmanagers bleken vaak wel intrinsiek gemotiveerd om ermee aan de slag te gaan.” JOGG schakelde daarnaast met Greendish bij het assisteren van de voedselaanbieders om hun aanbod gezonder te maken. Bovendien werden er challenges met gezonde keuzes bedacht waarmee de voedselaanbieders net dat kleine verschil konden maken. Zo was er een combideal die erg in trek was. Een andere challenge was een stempelkaart om gezonde keuzes te motiveren. “Met die challenges wilden we vooral bewustzijn creëren en het proces en een beweging in gang zetten.”

Langere termijn

Het brengt Mühl bij de ambitie op de langere termijn. “Uiteindelijk willen we voor de leerlingen de gezonde keuze gewoon maken. Daarbij is het mooi dat we samenwerken met gemeenten, want die kunnen ook nadrukkelijk invloed uitoefenen: via vergunningen, maar ook door gezonde voeding op te nemen in hun beleid. Datzelfde geldt ook voor de scholen. Met de Gezonde Schoolkantine maak je gezonde voeding onderdeel van het beleid van scholen. En met de Gezonde School-coördinator heb je op een school iemand die het thema kan aanjagen en zich er mee bezig kan houden. En dat is nodig, want soms haalt een school weliswaar een vignet Gezonde School maar landt het thema daarmee nog niet. En dat is de kracht van deze aanpak: de school heeft niet meer het gevoel er alleen voor te staan, want er wordt samengewerkt met de voedselaanbieders en de gemeente om de eetomgeving gezonder te maken.”

Adviezen

Mühl heeft wel een advies voor gemeenten die ook samen met scholen en voedselaanbieders aan de slag willen met het thema gezonde voeding in de leefomgeving van de school: “Neem de tijd voor de voorbereiding en om de juiste mensen erbij te betrekken. Concreet bij een school betekent dit: neem de tijd om ook van de directie commitment te krijgen. Als je namelijk investeert in een goede voorbereiding heb je vervolgens een goede basis om in te zetten op het gezonder maken van de eetomgeving.” JOGG wil de aanpak uit de pilot nu gaan opschalen naar vijf nieuwe JOGG-gemeenten. “Aan die gemeenten geven we als tip mee: maak aan het begin een stakeholdersanalyse. En zorg dat je binnen ieder spoor – gemeente, school en voedselaanbieder – aanjagers hebt.”

Mühl heeft ook nog een ander advies voor gemeenten: “Start met een werksessie ‘verbinden van beleidsdomeinen’. Daarmee kun je inventariseren wat je vanuit de verschillende beleidsdomeinen – onderwijs, gezondheid, welzijn, economie, ruimtelijke ordening – kunt doen aan de eetomgeving en wie daaraan wil meewerken. Bovendien heb je dan breder draagvlak en eigenaarschap binnen de gemeente zelf.”

Een derde advies is om te kiezen voor maatwerk: “We merkten dat er verschillen in tempo tussen de gemeenten onderling zaten maar ook tussen de scholen onderling. Je kunt dus niet een blauwdruk met strakke vastomlijnde deadlines hanteren, want elke gemeente en elke school is anders.”

Het brengt Mühl op het vierde advies: “Denk niet hiërarchisch. In de pilot hadden we de drie sporen hiërarchisch opgezet. Beginnen bij de scholen, vervolgens de voedselaanbieders erbij betrekken en als laatste de gemeenten. Nu hebben we echter die hiërarchie losgelaten en kiezen we voor de driehoeksverhouding, waarbij elk onderdeel gelijkwaardig is. Dat maakt het ook mogelijk om te kiezen voor een start bij het spoor waar het meeste energie in zit.”

Dilemma

Na de tips eindigt Mühl met een dilemma in de communicatie: het woord ‘gezond’. Mühl: “We hebben echt geworsteld met de vraag: moeten we het woord ‘gezond’ gebruiken of schrikt dat de doelgroep juist af? De les die we daaruit hebben getrokken is om de stem van de jongeren en leerlingen nog meer te benutten. Overigens hebben we het dilemma deze keer opgelost door het woord ‘gezond’ zoveel mogelijk te vermijden.”

Bekijk hier de factsheet met opbrengsten en geleerde lessen.