Kinderen uit arme gezinnen komen al vroeg op achterstand, zo meldt De Volkskrant op basis van onderzoek van Bastian Ravesteijn en Coen van de Kraats van Erasmus School of Economics, gebaseerd op gegevens van 153.000 kinderen.
Bastian Ravesteijn, universitair docent toegepaste economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, en Coen van de Kraats, PhD student aan de Vrije Universiteit Amsterdam, keken onder meer naar gegevens over gewicht, taalontwikkeling en sociale en psychische problemen. Die niet-herleidbare gegevens van kinderen geboren tussen 1998 en 2017 zijn afkomstig van consultatiebureaus en schoolartsen in vier verschillende regio's.
De onderzoekers koppelden cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek over het inkomen van de ouders aan de gezondheidsgegevens van jonge kinderen. Daaruit blijkt dat "kinderen van de rijkste ouders op alle fronten beter scoren dan kinderen van ouders met de laagste inkomens". Onder meer leerproblemen en overgewicht zijn volgens de onderzoekers kenmerken van kinderen die in een kansarm milieu opgroeien.
De verschillen tussen arm en rijk worden al vroeg zichtbaar. Bij baby's van vier maanden met arme ouders is bijvoorbeeld vaker overgewicht te zien. Onder 14-jarigen heeft een kwart van de kinderen uit een achterstandssituatie overgewicht, tegenover tien procent uit welvarender huishoudens.
Door al vanaf de geboorte de gezondheid van jonge kinderen te volgen, hopen de onderzoekers erachter te komen hoe een vroege achterstand van invloed is op de levensloop. Met die kennis kunnen in de toekomst mogelijk de kansen van kinderen uit zo'n achterstandssituatie verbeterd worden.
Er zijn bewezen interventies, zegt Ravesteijn in een interview met de NOS, maar die worden vaak niet ingezet. “Nederland heeft een uniek jeugdgezondheidszorgsysteem, nergens is dat zo goed ontwikkeld als in Nederland. Een probleem is dat elke gemeente het wiel wil uitvinden en daarom programma's die werken links laten liggen. Dus je kunt het slecht treffen met de gemeente waar je woont. Daar valt wel wat aan te verbeteren.”
Ravesteijn verwacht niet dat de kansenongelijkheid deze generatie al verdwijnt, die “zo oud is als de mensheid”. “We kunnen het nog niet oplossen, maar het wel beter begrijpen. Als je er vroeg bij bent, is het mogelijk om de situatie nog om te buigen en te zorgen dat ook deze kinderen goed terechtkomen, waarbij ze niet worden tegengehouden door hun achtergrond.”
Je kunt het volledige artikel van De Volkskrant, 23 juli 2021, hier lezen.
Je kunt het volledige artikel van NOS, 23 juli 2021, hier lezen.
Je kunt hier naar een interview met Bastian Ravesteijn op NPO Radio 1 luisteren.