Speeltip 1: Bevries-regel

Spelletjes zoals tikkertje zijn altijd tof. Maar voor kinderen die niet goed kunnen rennen, kan het frustrerend zijn. Introduceer dan de bevries-regel. Bij het horen van het woord ‘Bevries!’ moeten alle kinderen behalve de tikker bevriezen. Hierdoor kan elk kind gelijkwaardig meespelen. In plaats van bevriezen kun je ook kiezen voor slow-motion: bij ‘Slow’ moet iedereen behalve de tikker rennen in slow-motion.

Speeltip 2: Hooghouden

Hoe lang kunnen jullie de bal hooghouden? Alle kinderen zitten op de grond (of zitten in een rolstoel of staan met een rollator). Doel van het spel is de bal samen in de lucht te houden. Gebruik je hoofd, handen, voeten, looprek – alles mag, behalve opstaan of de bal vastpakken. Schuiven over de grond of rijden met de rolstoel/rollator mag wel. Is een bal voor sommige kinderen te lastig om te vangen of gooien? Gebruik dan een ballon. Is één van de spelers blind of slechtziend? Gebruik dan een bal met een belletje en spreek af dat de bal wel mag rollen.

Speeltip 3: Stoelendans, maar dan anders

Gebruik geen stoelen, maar kranten en leg deze in een kring. Zo kunnen kinderen met een rolstoel ook meedoen. Start de muziek en laat de spelers om de kranten heen dansen. Haal een paar kranten weg en stop de muziek; iedereen gaat zo snel mogelijk zitten. Er mogen meerdere kinderen op een krant zitten. Lukt het om met z’n allen op zo min mogelijk aantal kranten te zitten? Let op: geef op tijd aan wat de laatste ronde wordt. Zo zorg je ervoor dat de groep een succeservaring heeft.

Speeltip 4: Toverbal

Kinderen zitten of staan in een kring en geven een ‘toverbal’ aan elkaar door. Samen bepalen ze wat voor soort bal het is. De kinderen behandelen de bal zoals ze hebben afgesproken. De bal is bijvoorbeeld een grote ijsklont, van glas, warm, geurig, zwaar, stekelig, glibberig, kleverig, fluweelzacht, enzovoort. Tip: Zijn er kinderen bij die minder goed kunnen gooien of vangen? Gebruik dan een ballon om over te gooien.

Speeltip 5: Op volgorde van

Maak een grote kring of meerdere kleine kringen. Ga in de kring op volgorde staan. Bijvoorbeeld op volgorde van hoe lang je erover hebt gedaan om hier te komen (geef aan waar in de cirkel ‘heel kort’ en waar in de cirkel ‘heel lang’ is). Of op volgorde van wanneer je jarig bent (geef aan waar januari en waar december is). Bij een kleine groep: ga op alfabetische volgorde van naam staan. Help elkaar. Kunnen jullie nog een andere ‘op volgorde van’ verzinnen?

De Speeltuinbende heeft een Samenspeeltips boekje gemaakt met 26 toffe samenspeeltips. Je kunt het boekje hier downloaden.