Het plan om verplicht schoolzwemmen opnieuw in te voeren is van de baan. Staatssecretaris Vincent Karremans oordeelde op vrijdag 4 april 2025 dat het te duur en te belastend is voor scholen, die zich volgens hem vooral moeten richten op basisvaardigheden zoals taal en rekenen. Dit besluit volgde op het rapport Een slag slaan voor zwemveiligheid van SEO Economisch Onderzoek, waarin de kosten en baten van herinvoering zijn onderzocht.
Voordelen van verplicht schoolzwemmen
Voorstanders wijzen in het rapport op de sociale waarde van schoolzwemmen. Het bevordert gelijke kansen, vooral voor kinderen uit gezinnen met lage inkomens of een migratieachtergrond, die minder vaak toegang hebben tot particuliere zwemlessen. Aangezien Nederland een waterrijk land is, is zwemveiligheid essentieel. Schoolzwemmen kan bijdragen aan motorische ontwikkeling, inclusiviteit en een groter gevoel van veiligheid in en rond water. Ook wordt het gezien als een laagdrempelige manier om kinderen met zwemmen in aanraking te brengen, vooral als ouders het zelf niet kunnen organiseren of betalen. Lokale samenwerking tussen scholen, gemeenten en zwembaden wordt gezien als een belangrijk alternatief nu landelijke verplichting uitblijft.
Nadelen en bezwaren
Tegenstanders noemen de hoge kosten (129 tot 212 miljoen euro per jaar) en praktische problemen zoals tijdsdruk voor scholen en een tekort aan zweminstructeurs. Ook zijn er zorgen over de kwaliteit van het lesaanbod binnen schoolzwemmen, dat minder individueel zou zijn dan particuliere lessen. Bovendien zouden ouders minder betrokken raken bij de zwemontwikkeling van hun kind. Commerciële zwemscholen vrezen concurrentie van gemeentelijke initiatieven. Sommigen pleiten voor gerichtere alternatieven, zoals het Jeugdfonds Sport & Cultuur of zwemlesverlof onder schooltijd, waarbij kinderen zonder schoolverzuim elders zwemles kunnen volgen.
Conclusie
Hoewel er brede consensus is over het belang van zwemveiligheid, verschillen de meningen sterk over de aanpak. De politiek ziet af van een landelijke verplichting, maar roept op tot samenwerking om alternatieven te ontwikkelen. Het doel blijft: elk kind in Nederland veilig leren zwemmen – via een systeem dat effectief, toegankelijk én haalbaar is.