Als het onderdeel is van een integrale aanpak, kunnen gemeenten het meten van motorische vaardigheden als basis gebruiken voor het verbeteren daarvan. Hierbij is het belangrijk dat de gemeente zorgt voor draagvlak onder scholen en duidelijke doelen en vervolgstappen. Dat blijkt uit casestudies van Marthe Westerbroek, Sofie Vreeswijk en Amika Singh van het Mulier Instituut in negen gemeenten.
Meten als onderdeel voor het verbeteren van motorische vaardigheden
Meten kan bijdragen aan een integrale aanpak voor het verbeteren van motorische vaardigheden. Dat gebeurt op verschillende manieren:
Draagvlak, doelen en vervolgstappen zijn belangrijke voorwaarden
Om het meten van motorische vaardigheden bij te laten dragen aan het verbeteren daarvan, zijn de volgende elementen binnen een integrale aanpak van belang:
Casestudies onder negen gemeenten
Voor dit onderzoek voerde het Mulier Instituut negen casestudies uit onder gemeenten. Het ging om de gemeenten Almere, Arnhem, Bergen op Zoom, Brunssum, Haarlemmermeer, Nijmegen, Utrecht, Vlissingen en Zaanstad.
De onderzoekers spraken met beleidsmedewerkers, medewerkers van gemeentelijke sportbedrijven en vakleerkrachten bewegingsonderwijs. Per gemeente brachten ze de aanpak voor het meten van motorische vaardigheden in kaart. En de rol daarvan binnen de gemeentelijke integrale aanpak voor het verbeteren van motorische vaardigheden.
Lees de volledige bevindingen in het rapport ‘Van meten naar bewegen’.