De schooldag biedt veel mogelijkheden om kinderen te stimuleren om meer te bewegen. Bijvoorbeeld tijdens de pauze of in de klas. Maar hoe doe je dat als school? En welke elementen zijn belangrijk om dat structureel te maken? Dat onderzochten Marthe Westerbroek, Sofie Vreeswijk, Robin Rauws en Amika Singh van het Mulier Instituut door vier basisscholen te bezoeken die hier actief mee bezig zijn.
Het Mulier Instituut keek daarbij naar vier onderdelen:
De vier scholen
De vier scholen waren:
Veel verschillende beweegmomenten tijdens de schooldag
De scholen zorgen voor veel verschillende beweegmomenten tijdens en tussen de lessen. Bijvoorbeeld:
Bewegen opnemen in schoolbeleid
Om de verschillende beweegmomenten tijdens de schooldag te implementeren is het van belang dat bewegen onderdeel is van het schoolbeleid. Op drie van de vier scholen is dat zo. Op twee scholen staat in het beleid dat kinderen elke 30 minuten een beweegmoment krijgen.
Draagvlak onder medewerkers is cruciaal
Drie van de vier scholen hebben geïnvesteerd in draagvlak onder het schoolteam voor het stimuleren van bewegen. Dit begon bij één kartrekker, die steun kreeg van een kernteam (vaak een beweegteam genoemd). Dit draagvlak is volgens de scholen onmisbaar.
Casestudies op vier basisscholen
Voor dit onderzoek zijn vier casestudies uitgevoerd op basisscholen. De onderzoekers spraken daar met de directeur, een vakleerkracht en minimaal één groepsleerkracht. Per school brachten de onderzoekers in kaart hoe zij meer bewegen integreren tijdens de schooldag en wat andere scholen daarvan kunnen leren.
Lees de volledige bevindingen in het rapport ‘Meer bewegen tijdens de schooldag'.