Als voorbereiding voor de studiereis naar Denemarken van de KVLO georganiseerd door Arko Sports Media en Glos Educatief brachten de deelnemers op 6 oktober een bezoek aan de eerste beweegschool van Nederland, IKC De Twijn in Alblasserdam. Hieronder leest u het verslag.
Het stortregende, de files waren eindeloos, maar bij IKC De Twijn werden we opgewacht met koffie, thee en een heerlijk ‘Alblasserdammertje’. Direct bij de ingang van De Twijn valt het al op: deze schoolinrichting in niet die van een doorsnee school. Er klauteren wat kinderen in de touwen en netten boven onze hoofden, de hardloopbaan start bij de ingang van de school en naast de trap/tribune leidt een klimwand ook naar de bovenverdieping. Verspreid door het gebouw staan de zogenaamde ‘Monkeyboxen’ met allerlei klim- en klautermateriaal. Er is een abonnement bij Nijha, zodat de materialen in de boxen jaarlijks veranderd worden. Zo wordt het nooit saai. Er zijn baskets, klimwandjes, circuitjes, relaxplekken en kinderen klauteren vrolijk voorbij het raam van directeur Martijn Beekhof.
Hoe is het zo gekomen?
Na een samenvoeging van de basisscholen De Boeg en De Loopplank tot Integraal Kind Centrum De Twijn besloot de gemeenteraad van Alblasserdam in 2018 tot nieuwbouw op de plek van de oude school. Het IKC biedt huisvesting aan 16 groepen onderwijs, 2 groepsruimten voor kinderdagverblijf en 3 groepsruimten voor buitenschoolse opvang. Dat alles voor kinderen van 0-13 jaar. Het team wilde graag dat de kinderen in het nieuwe gebouw meer zouden kunnen bewegen. Bewegend leren was al een speerpunt in de organisatie waar iedereen mee werkte.
De eerste vraag die het team zich moest stellen was: Vind je het erg als kinderen op de gang rennen? Toen het antwoord daarop ‘nee’ bleek te zijn werd architect Ronald de Rooij van Infit gevraagd om mee te denken en een beweegschool te ontwerpen.
Makkelijker gezegd dan gedaan met alle regels waaraan voldaan moest worden en het beperkte budget. Door in oplossingen te denken werden talloze hordes genomen. Zo zette men de beweeggedeelten in het bouwbestek en hoefde er geen extra budget gevonden te worden om de beweegmaterialen aan te schaffen. Het bleek ook handig om de beweegmaterialen activiteiten te noemen of beweegaanleidingen. Zo omzeilde men allerlei beperkende regels. Vaak moesten er ideeën aangepast worden. Zo maakten ze in de bibliotheek een wand met daarin zitplaatsen om te lezen. Die plaatsen waren te bereiken via een touw of een touwladder die bij de wand hingen. Te dicht bij de wand concludeerde een inspecteur. Ze moesten weg. Nu wordt er een klimwandje gemaakt, zodat de kinderen op die manier naar boven kunnen klauteren.
De beweegaanleidingen geven aanleiding tot verschillende bewegingen. Zo gebruikt het ene kind een touw om in klimmen en de ander om eraan te schommelen. Kinderen mogen zelf bepalen wat zij doen. Er kan nog meer winst gehaald worden door bijvoorbeeld routes met een moeilijkheidsgraad toe te passen in de klimwanden. Dat is nu nog niet gedaan.
Een schooldag
De speerpunten uit het pedagogisch beleid van de Twijn:
De kinderen komen in de ochtend binnen en mogen een rondje rennen, naar boven klimmen of vast een bewegend leren les doen die klaargezet is door een leerkracht. Sommige kinderen willen liever rustig in de klas zitten en wat kletsen.
Sommige leerkrachten waren bang dat het een chaos zou worden, maar niets is minder waar. Het gaat behoorlijk geordend. Natuurlijk zijn er regels. Zo moeten kinderen die willen rennen eerst een rondje lopen om te kijken of er geen kleuters op de baan spelen en mogen er in klimcircuit in de netten vijf kinderen tegelijk.
Tijdens de lessen mogen de leerlingen zelf bepalen wanneer ze even willen rennen of klimmen. Zo leren ze zelfstandig beslissingen te nemen. Voelen ze dat ze willen rennen of willen ze gewoon even hun hoofd leegmaken, dan kan dat. Daarna gaan ze gewoon weer aan hun werk. Ze blijven hooguit 10 minuten weg. Loopt het spelen uit de hand, dan bespreekt de leerkracht dat met de leerling. De leerkrachten lopen regelmatig een rondje en spreken ook elkaars leerlingen aan. Zo is er eigenlijk altijd wel toezicht. Het in en uit de klas gaan wordt snel een gewoonte en de leerlingen die moeite hebben met de onrust kunnen een koptelefoon opzetten. Toch merken de leerkrachten dat er steeds minder kinderen een koptelefoon opzetten. Ze wennen eraan. De lokalen zijn behoorlijk geluidsdicht, zodat er van het spelen op de gang geen geluiden in het lokaal komen. Helemaal stil gaat het spelen natuurlijk niet. De kinderen hebben allemaal binnenschoenen aan, zodat ze niet uitglijden en makkelijk in de klimwand en de klimtouwen kunnen klimmen.
Kinderen die iets niet durven worden geholpen, zodat ze het langzaamaan wel leren.
De leerkrachten merken dat de leerlingen vooral rustiger zijn en minder stress hebben bijvoorbeeld voor toetsen. Ook na schooltijd willen ze graag blijven spelen.
Zelf even rondkijken? Bekijk onderstaande filmpjes