Een onderwijs-zorgvoorziening waar jongeren in een kwetsbare positie aan hun toekomst kunnen werken. Dat is Plein3 van Koraal. Schoolleider Koert van der Linden en gedragswetenschapper Eva Brouwer ontwikkelden met Plein3 een nieuwe visie op leren, zodat jongeren die elders uitvallen of niet langer welkom zijn zich kunnen blijven ontwikkelen.
Aanleiding
Door het faillissement van jeugdhulporganisatie Juzt dreigde in West-Brabant de jeugdhulp voor een groep jongeren weg te vallen. Ook was de kans groot dat deze jongeren uit beeld zouden raken bij het onderwijs. Tot dat moment was het Warandecollege in Oosterhout verbonden geweest aan de gesloten jeugdzorginstelling Lievenshove, die ophield te bestaan. Samen met twee samenwerkingsverbanden en de jeugdzorgregio's werd het Warandecollege omgevormd tot Plein3: een aanpak met onderwijs, zorg en arbeidsparticipatie inéén.
Aanpak
Plein3 richt zich op jongeren tussen de 12 en 18 jaar met ernstige gedragsproblemen en fors schoolverzuim. Deze jongeren hebben vaak al heel wat achter de rug. Het vertrouwen in zichzelf, in anderen en in de maatschappij heeft een stevige deuk opgelopen. Van der Linden: “Herstel van dat vertrouwen staat bij ons centraal. In plaats van jongeren af te wijzen, zetten we in op het opbouwen van een relatie en kijken we samen met hen naar hun gevoelens en behoeften op het moment dat het misgaat. Dat vraagt ook van onze medewerkers een andere manier van denken en doen.”
Een reguliere dag bij Plein3
“We starten om 8 uur met een instroom -en ontvangstmoment”, vertelt Van der Linden. “Onze jongeren komen van verschillende plekken en soms ook van ver. Wie dat wil, kan gebruik maken van een ontbijt. Rond kwart over negen komen alle jongeren samen met hun coaches om aandacht te hebben voor elkaar en kort bij te praten. Daarna kan een leerling kiezen tussen het arbeidsplein, het zorgplein of het onderwijsplein: de jongere volgt een eigen op maat gemaakt programma. Dagelijks besteedt iedereen ongeveer twee uur per plein. Daarnaast hebben ze ook nog het dagelijkse mentoruur. En in de middag wordt door de jongeren voor de jongeren een lunch gemaakt. Dit patroon herhaalt zich elke dag.”
Focus op aanwezigheid en veerkracht
De dagelijkse verdeling van de tijd over de drie pleinen verklaart dus de naam van de voorziening. Als het jongeren niet lukt om twee uur lang bezig te blijven op hetzelfde plein, dan kunnen ze door naar een ander plein waar ze ondersteuning krijgen. Volgens Brouwer is het onderwijs minder statisch dan een standaard lesrooster doordat jongeren zelf tussen pleinen kunnen rondlopen. En als het even niet lekker loopt, kunnen jongeren hun verhaal kwijt bij hun coach. “Ons doel is altijd om de jongere in de voorziening te houden. De focus ligt op aanwezigheid en veerkracht: op jezelf kunnen herpakken nadat het even tegenzit. We sluiten de dag ook altijd af met een beloning. Vaak houdt dat in dat de jongere expliciet te horen krijgen wat er die dag goed ging.”
Bewust geen strenge kaders
“Plein3 hanteert bewust geen strenge kaders”, zegt Brouwer. “We zoeken altijd naar een maatwerkoplossing. Als je het hier niet redt, hoef je niet meteen weg. Dat maakt de sfeer bij ons minder dreigend. Jongeren zijn niet bang om fouten te maken. De focus ligt vanaf het begin op hun eigenaarschap. Als een jongere bijvoorbeeld niet bij een overleg kan zijn, dan verschuiven we dat.”
“We werken met een vaste mentorgroep van ongeveer zeven jongeren en een onderwijscoach en een zorgcoach”, vervolgt Van der Linden. “Zo zorgen we ervoor dat in iedere mentorgroep de expertise op het gebied van onderwijs en zorg goed vertegenwoordigd is. De coaches hebben samen met de jongere de regie in het werken aan de doelen die in het perspectiefplan van de jongere staan. Zij houden daarbij de voortgang in de gaten op de psychologische basisbehoeften aan relatie, competentie en autonomie.”
Aandachtspunten
Focussen op wat wél kan
Brouwer en Van der Linden vinden het belangrijk dat jongeren Plein3 ervaren als een plek waar ze altijd naar terug kunnen en mogen komen. Brouwer: “We hebben soms te maken met jongeren die al acht verschillende onderwijs- of zorglocaties hebben gehad. Het verschil is dat ze mogen ervaren, fouten mogen maken, waarbij we steeds kijken naar wat wél kan. Jongeren spreken van vertrouwen en voelen zich hier thuis.”
Maatwerk bieden
Alles is maatwerk. Als leidraad laten ze bij Plein3 de leerlijnen die zijn opgesteld door de overheid los. “Het is namelijk onmogelijk om in twee onderwijsuren per dag de volledige reguliere leerlijn te kunnen doorlopen”, vertelt Brouwer. “Daarom maken wij daarin keuzes op basis van wat de jongere wil, kan en nodig heeft. We hebben bijvoorbeeld een jongere die graag internationaal vrachtwagenchauffeur wil worden. Samen met hem hebben in kaart gebracht welke vaardigheden en competenties hij daarvoor nodig heeft. We kwamen samen tot de conclusie dat het handig is om rijbewijstheorie te halen en Engels te leren. Zo verschilt het onderwijsaanbod per jongere, gebaseerd op individuele doelen en uitstroomperspectieven.”
Stabiliteit en continuïteit waarborgen
Om stabiliteit en continuïteit te borgen naar de toekomst, onderzoekt Plein3 samen met de regiogemeenten West Brabant Oost en West Brabant West samenwerkingsverbanden hoe ze tot een passende capaciteitsbekostiging kunnen komen. Van der Linden: “Op dit moment krijgen we onze financiering via individuele toelaatbaarheidsverklaringen van diverse samenwerkingsverbanden voor het onderwijsgedeelte, aangevuld met een plusfinanciering. De bovengenoemde regiogemeenten kennen ons een pilotbekostiging toe. Gemeenten en samenwerkingsverbanden van buiten deze regio's kunnen tegen vastgestelde tarieven inkopen.”
Evalueren
Plein3 evalueert minimaal twee keer per jaar op individueel jongerenniveau. “Bij het startgesprek met jongeren en hun ouders en daarna ieder half jaar vindt een multidisciplinair overleg plaats,” vertelt Brouwer. “Daarin kijken we samen naar de voortgang. Dat is ook het moment waarop we een eventuele verlenging aanvragen. Aan het eind van het jaar vindt er weer een evaluatie plaats en kijken we naar de mogelijkheden voor uitstroom. Als uitstromen niet mogelijk blijkt, kiezen we een focus voor het volgende jaar. Dat leggen we opnieuw vast in het ontwikkelingsperspectief.”